De vorige dagen waren voor de meeste van ons traag voorbij
gegaan en nu was daar weer zo'n lange dag voor ons, Wij waren aangetreden voor het morgen
appél. Het werd als gewoonlijk afgenomen maar nu werd ons nog bekend
gemaakt
dat er elke morgen iemand van de geneeskundige dienst in het kamp zou komen omdat dit gewenst was voor
de hygiëne. Dat was een goede regeling, maar het gaf ons niet veel hoop, dat we spoedig weer
vrij zouden zijn. Na het appél verorberen wij ons brood en gingen we ons wassen en verfrissen.
Onverwachts kwam toen het bericht, dat wij vrij gelaten werden
en we ieder naar onze onderdelen zouden terugkeren. Wij geloofden het eerst
niet, maar al spoedig bleek het werkelijk waar te zijn. De stemming sloeg plotseling
om, nu waren allen opgewekt en we haasten ons zo gauw mogelijk om opgesteld
te worden. Maar voor we het kamp verlieten, moesten we eerst onze naam zetten op
een lijst. Waar dat voor nodig was, is niet officieel medegedeeld. Er werd
gezegd, dat het een verklaring was, dat wij in deze oorlog geen wapens meer zouden opnemen tegen het Duitse leger.
Omdat het niet officieel bekend gemaakt was, hadden wij er geen bezwaar tegen
om te tekenen.
Nadat dat gebeurd was, verlieten wij het kamp, de vrijheid
tegemoet. Wij gingen door het zwaar getroffen Valkenburg en werden begeleid
door Duitsers. Bij Katwijk aan de Rijn gingen zij niet verder met ons en konden
we vrij verder gaan. De Nederlandse officieren liepen achter de stoet. Wij waren een
hopeloze verzameling soldaten, elk miste iets van zijn uniform. Van Valkenburg
moesten wij naar Noordwijk lopen. In Noordwijk zag ik Majoor Mallinckrodt.
Deze heeft er veel toe bijgedragen dat wij weer vrij kwamen uit het
krijgsgevangenenkamp. De Majoor was de commandant van de meeste
infanteristen die gevangen waren Volgens hen heeft hij zich in de oorlogsdagen niet onbetuigd
gelaten. De Majoor woont op de Agnietenberg in Zwolle, misschien wist hij al wat nieuws uit Zwolle. Daarom had ik hem
graag aangesproken. maar de afstand Majoor en recruut hield mij tegen.
Vanuit Noordwijk kon ieder naar zijn onderdeel terugkeren. Ons
groepje ging weer onder leiding van Korporaal Kortman met de tram naar
Leiden. Eindelijk kwamen wij in de Sleutelstad aan. Met z'n 17 waren wij 9 dagen geleden de stad
uitgegaan nu kwamen Wij terug met 16 man. Huub Heestermans moesten wij in Valkenburg
achterlaten. Van het tramstation marcheerden we direct naar de Wittepoortkazerne Wij gingen
de binnenplaats op terwijl Korporaal Kortman ons op het bureau ging melden.
Wij werden hartelijk op de binnenplaats ontvangen. Met talloze vragen werden wij bestormd, waarop we zomaar geen antwoord
konden geven. De een wilde dit en de ander wilde dat weten. Men was erg verwonderd mij springlevend terug te
zien want het was aan de Batterij bekend gemaakt dat Huub Heestermans gesneuveld was en dat ik vermist werd, want men
wist niet dat ik 4 dagen in de boerderij-lazaret geweest was. Na het een en ander verteld to
hebben kon ik me los van hen maken en naar mijn kamer gaan. Dagenlang heb ik er naar
verlangt om eens lekker verfrist en vrij op mijn strozak te kruipen, een weelde, die we in do afgelopen week zozeer gemist hadden en daardoor des to meer
heb leren waarderen. Maar van de illusie kwam niets! Toen ik bij mijn krib
kwam, deed ik de onaangename ontdekking dat mijn slaapzak verdwenen was. Bovendien lag mijn
portemonnaie in de kist met het geld eruit. De kist had ik in de consternatie
van eerste oorlogsmorgen vergeten op slot to doen. Onder in de kist had ik nog meer geld, doch dat had men niet
gezien. Het was geen prettige gewaarwording om tot de ontdekking te komen, dat
anderen niet van mijn eigendommen konden afblijven. Mijn slapie vertelde
mij dat tijdens de oorlog verschillende soldaten op onze kamers hadden geslapen. Het ontvreemde
geld heb ik later uit de kantinekas vergoed kregen.
Het eerste wat ik deed was schoon ondergoed aantrekken en mijn beste uniform aandoen.
Nu voelde ik me heel wat beter. Toen wij -de gewezen krijgsgevangenen- allen klaar waren, gingen we naar de Kapitein om te vragen of we naar het badhuis konden. Dat
ging niet dadelijk. Daarom gingen we naar Majoor Welle. Wij vertelde dat we zojuist als krijgsgevangenen waren vrij
gekomen en dat we graag naar het badhuis wilden. Wij konden direct gaan. Korporaal
Kortman kreeg een schriftelijk bewijs mee. Een vrachtauto die juist bij de kazerne stond,
werd ons ter beschikking gesteld zodat we spoedig bij het badhuis waren. Het
was er erg druk met militairen, maar wij kregen de voorrang, vanwege het bewijs van
de majoor. Ik heb nog nooit zo'n heerlijk bad genomen. Daar knapten we weer geheel van
op. Met de auto gingen we weer terug. Nu was het mijn bedoeling om naar mijn
familie, van der Stoel, te gaan. Aan de Kapitein vroeg ik daarvoor permissie, doch ik kreeg te horen. dat niemand
de kazerne mocht verlaten want de Batterij moest vandaag (zaterdag) nog verhuizen om ruimte to maken voor
Duitse bezettingstroepen. Het gehele depot van het 5e reg. artillerie word overgeplaatst naar
Hazerswoude, een dorpje ongeveer 12 km van Leiden. Nu ik uit Leiden zou vertrekken
moest ik juist naar de Fam. van der Stoel te gaan. Aan de Kapitein vroeg ik niets meer, doch ik verliet hot bureau en ging
direct naar de Genestetstraat. Er mocht gebeuren wat ik wilde, ik moest er
heen. De begroeting bij mijn familie was aller hartelijkst. Zij hadden vaak aan mij gedacht en
waren dikwijls aan de kazerne geweest om iets te vragen, hoe ik het maakte
en waar ik was tijdens de oorlogsdagen. Zij hadden altijd te horen gekregen
dat ik vermist werd, eenmaal was ik zelfs gesneuveld. Geen wonder dat zij erg ongerust over mij waren en dat zij verheugd waren mij gezond en
wel te zien. Zij vonden het fijn, dat ik even gekomen was, ik kreeg nog te
eten en werd nog even verwend. Ik durfde niet lang te blijven en daarom nam
ik spoedig afscheid.
Ik haastte mij naar de kazerne. waar men reeds bezig, was met het inladen van het
bureau-inventaris. Men had er niets van gemerkt, dat ik weggeweest was. Er was
opgedragen dat we alles moesten inpakken, de strozak moest gevuld blijven. Ik zorgde, dat mijn
spullen gepakt werden en sleepte het naar beneden. Het duurde niet lang of de binnenplaats lag vol. met strozakken. haverzakken en bundels kleren.
Alles vastgebonden met fouragestrikken. Nu was het wachten tot alles ingeladen kon worden, maar dat duurde ontzettend lang. Er was
maar 1 vrachtauto die alles moest vervoeren. Eindelijk konden we 's nachts tegen half 12 inladen. Dat was erg
lastig vanwege de verduistering. De auto was bijna vol met de goederen, nu moesten
we er nog zelf bij in. Wij kwamen als een haring in een ton to zitten. Het was
een verschrikkelijke reis, ik voelde mij allermiserabelst. Eindelijk kwamen we
op de plaats van bestemming. In Hazerswoude werden we uitgelaten bij een R.K. school. Bij het
uitladen wachtte ik, tot mijn strozak uit de auto kwam, daar waren mijn dekens ook in. Om mijn kist en mijn andere boel.
bekommerde ik me niet, dat vond ik morgen wel terug. Als ik nu maar kon slapen. In het lokaal heb ik een
plaatsje gezocht en mijn strozak neergelegd. Nadat ik me uitgekleed had, ben ik eindelijk
oververmoeit onder do dekens gekropen. Spoedig sliep ik als een bewusteloze. Wat had ik mijn terugkomst in de kazerne anders voorgesteld.