MEI 1940
10 mei deel 1. De overval
10 mei deel 2 De Strijd.
10
mei deel 3 Aanval
10
mei deel 4 H.Schouw.
10
mei deel 5
Plannen.
Gevechtsgroepen.
Acties van 1-R.H.M.
Algemeen.
Te Velde.
11
mei
12 mei
13 mei
14 mei
15 mei
Demobilisatie
Kaart van
Valkenburg eo.
|
10 mei deel 5 De opmars van de 3e divisie naar de Wassenaarse
Slag en Wassenaar.
De staf van de derde Divisie voor Huize Bennebroek te Bennebroek.
De 3e Divisie
-
St.K.-III Div., St.-6 R.A. en
1-III Bat.Pag. te Bennebroek e.o.;
-
1 R.I. en I-6 R.A. te Lisse en Sassenheim;
-
9 R.I. (min II) en I -12 R.I. te Haarlem;
-
II -9 R.I. en II-6 R.A. te Heemstede en Aerdenhout, MC-II-9R.I. te Zandvoort.
-
12 R.I. (min I) en III -6 R.A. te Velzeroord, Santpoort en Bloemendaal;
-
Vbd.A. -III Div., 3 M.C. en 15 M.C. te Hillegom.
Bovendien legerden in het rayon der 3e Divisie:
-
2 C.Lu.Mitr. (min een Pel.)
-
een sectie van 1 C.Ptr. te Bennebroek;
-
1e Esk. Wielrijders van 3 R.H. te Overveen;
-
een sectie verplegingstroepen en sectie munitiewerkers te
Aerdenhout;
-
l-I Aut.Bat. te Warmond.
-
St.-I Aut.Bat. en 1/2 herstellingsploeg te Oegstgeest.
Nadat kolonel Kraak (C.-III Div.) te Bennebroek kort na
4.00 zijn divisie had doen alarmeren, ontving hij van ongeveer 6.00 af
bevelen van generaal-majoor N.T. Carstens.
C.-III-Div. kreeg de navolgende opdracht:
Omstreeks 8.30 vernam overste Buurman (C.-4 R.I.) dat
4R.I. en III-2R.A. onder Kol. Kraak waren gesteld, en omstreeks 10.00
kwam het eerste telefonische contact tussen hem en de Chef-Staf van
Kol. Kraak tot stand.
Overste Buurman:
-
Getracht was reeds onmiddellijk verband te krijgen
met den D.C. te Bennebroek, doch deze was reeds vertrokken. Kort
daarna werd verband verkregen met dien commandant, die uit
Sassenheim opbelde. De chef van den Staf gelastte namens den D.C.
het vliegveld te hernemen, daarna de Maaldrift en vervolgens op te
rukken in de richting van Wassenaar. De R.C. antwoordde, dat hij
reeds op eigen gezag aanviel op het vliegveld, dat hij practisch
gesproken reeds een derde van het regiment verloren had bij de
overrompeling van het vliegveld en dat een onderneming van dat veld
door den polder in zuidelijke richting naar Maaldrift en vandaar
weer noordwest naar Wassenaar geen manoeuvre was en dat hij
bovendien juist bericht had ontvangen, dat de vijand was gedaald ten
Noorden van Noordwijk, zoodat hij zich daardoor wel onbehaaglijk
gevoelde. Hij ontving hierop de toezegging dat troepen van 9R.I.
naar Noordwijk zouden gaan, zoodat dit gevaar geweken was.
Er ontstond een twistgesprek.
Wijders deelde C.4R.I. mede, welke troepen in zijn omgeving waren en
hoe de toestand was. Of aan deze medeedelingen aandacht is
geschonken, moet ernstig betwijfeld worden, gelet op de antwoorden,
die hij ontving. In den namiddag werd gevraagd of het vliegveld nog
niet genomen was. Klaarblijkelijk had de D.C. geen begrip, dat een
aanval over open terrein onder vijandelijk mitrailleurvuur langzaam
verloopen moest. Bij dit gesprek werd last gegeven om nadat
Valkenburg genomen was, zoo snel mogelijk op te rukken door
de duinen tot 500 m ten zuiden van den Wassenaarschen Slag en aldaar
stelling te nemen. Grenadiers en Jagers zouden uit 's Gravenhage in
opmarsch zijn in N.O. richting door de duinen. Ook thans deelde de
R.C. mede nog slechts nog slechts twee bataljons over te hebben, die
reeds van den vroege morgen in gevecht waren, zoodat de macht voor
deze opdrachten ontoereikend was.
Laat in de avond kreeg Buurman telefonisch het bevel
van C.-III-Div. om drie batajons te zenden naar de Wassenaarse Slag
ten einde een stelling in te nemen 500m zuid van en evenwijdig aan die
weg, waartoe I-9R.I. en I-1R.I. ter beschikking werden gesteld.
(I-9R.I. werd later II-9R.I.)
Overste Buurman kreeg de opdracht die C.-III-Div had
gekregen van C.-1-L.K.. Voor C.-III-Div. was het kennelijk van geen
belang dat de overvallers zich op het vliegveld, in het dorp
Valkenburg en de duinen hadden vastgezet.
De telefonische order om om "zoo snel mogelijk"
op te marcheren was de reden waarom II-9R.I. en I-1R.I., nadat zij
zich afzonderlijk bij Buurman hadden gemeld, opdracht kregen zich te
verplaatsen naar de Wassenaarse Slag zodat deze bataljons zich
afzonderlijk verplaatsten naar Wassenaar.
Voor I-1R.I. zou dit funest aflopen.
Opgemerkt dient te worden dat C.-III Div. vrijwel
volkomen in onwetendheid verkeerde omtrent de binnen zijn rayon
aanwezige depottroepen en veiligheidstroepen der Vesting Holland en
dat hij zijn bevelen niet schriftelijk deed bevestigen. Tevens waren
de onderlinge bevelsverhoudingen met de opmars naar het zuiden
niet vastgelegd.
Tot het ogenblik, waarop C. -III-Div. het "Algemeen
verdedigingsbevel" ontving, hetgeen volgens C.-I L.K. omstreeks 22.00
uur het geval moet zijn geweest, gold voor hem de opdracht, met zijn
divisie op te rukken tot de lijn 500 m zuid van en evenwijdig aan de
Wassenaarse Slag -Wassenaar-Den Deijl.
Omstreeks 12.00 uur besloot Kolonel Kraak tot de vorming
van drie gevechtsgroepen en een reserve.
-
Gevechtsgroep 4R.I., (Katwijk e.o.) onder
bevel van Lt.Kol. H. Buurman (C.-4R.I.)
-
Gevechtsgroep 1R.I.,
(Wassenaar e.o.) onder bevel van Lt.Kol. van Loon (C.-1R.I.) :
-
I-1R.I.( min 2e S. van 2-I).
-
II-1R.I.(min: 1 Bt.6 veld,
2e sectie van de 2e comp.,1-II-1R.I. en de 2e S. van 2-II-1R.I.)
-
III-1R.I.
-
1 C. Pag
-
15 M.C.
-
I-6R.A.
-
Dep.Afd. R.A. te Oegstgeest.
-
Delen van II Dep.Inf. bij de Haagsche Schouw.
-
Gevechtsgroep 9 R.I.
(Rijnsburg) onder bevel van
Lt.Kol. Evenwel (C.-9R.I.).:
-
9R.I.( min; III, twee sectiën van 9C
Pag. en een sectie van 9C.Mr.))
-
3 M.C.
-
1-III Bat.pag.
-
III-6R.A.
-
De reserve.
-
St. -12 R.I.,
-
12 C.Mr. (min twee sectiën),
-
12 C.Pag. (min een sectie),
-
III -12 R.I., gelegerd te Lisse en Noordwijkerhout.
-
Op het vliegveld Ruigenhoek bevonden zich nog 1-II-1R.I.
en 2S- 2-II-1R.I.
-
II Dep.Inf.
-
10 Dep.C.B.T. (min een S.),
-
kaderopleiding-W.Fr.-Vg.H.,
-
5-IV Dep.B.A.,
-
te Voorschoten II Dep.B.A.
*
Gevechtsgroep 4R.I.
I-4 R.I.
Kapitein Dekker (wndC.-I-4 R.I.), wiens bataljon zich op en nabij het
vliegveld Valkenburg bevond, ontving omstreeks 20.30 een schriftelijk
bevel van overste Buurman (C.-4 R.l.), inhoudende, dat het bataljon via
het Aanvoerkanaal diende af te marcheren naar Klein Berkheide, alwaar het
aanbreken van de dag moest worden afgewacht, waarna, rechts aangeleund aan
het 2e Bataljon van 9 R.l. en links aan het bataljon I-1 R.I. onder majoor La
Roi. Opgerukt moest worden tot 500 m zuid van de Wassenaarse Slag. Een
sectie pag. en een sectie mortieren kwamen te zijner beschikking.
Overste Buurman had namelijk besloten, in verband met het gevorderde
uur en het nog niet te Katwijk aanwezig zijn van het bataljon van 9 R.I.,
de eventueel nodige aanval op de vijand bij de Wassenaarse Slag eerst bij
het aanbreken van de 11e mei in te zetten.
La Roi werd daaromtrent, door een gebrek aan verbindingsmiddelen, niet tijdig
ingelicht dat I-4R.I. die nacht op Klein Berkheide doorbracht, zodat zijn
bataljon de oorspronkelijke opdracht uitvoerde.
De 1e Compagnie van I-4 R.I., onder bevel van res. kapt.
W. Splinter, die aanvankelijk als regimentsreserve te
Noordwijk was achtergebleven en later naar Katwijk aan den Rijn was
aangetrokken, werd omstreeks 20.00 uur door overste Buurman aangewezen om nabij de schietbaan
zuid van Katwijk aan Zee een opstelling in te nemen ter beveiliging van de
artillerie. Deze compagnie arriveerde aldaar omstreeks middernacht.
wndC.-2-I-4R.I.,
Lt Nijbakker, (wndC.-2-I-4R.I. was gewond geraakt) ontving om 21.00 van de B.C. bevel zich te verplaatsen
via het Aanvoerkanaal naar
de samenkomst van de Wassenaarse weg en de toegangsweg naar het vliegveld,
en vandaar onder leiding van C.-3 Comp. op te rukken via het Aanvoerkanaal
der duinwaterleiding naar de Wassenaarse
Slag.
De bij cp.-C.-4 R.I. gedetacheerde sectie was weer bij de compagnie
aangesloten.
Door een misverstand marcheerden de commandogroep en twee
sectiën onder Lt. Nijbakker van 2-I-4 R.I. langs de Wassenaarse weg in de richting van de
Wassenaarse Slag. De rest der compagnie verplaatste zich langs het
aanvoerkanaal der duinwaterleiding naar Klein Berkheide. Ook 3-I-4 R.I.
marcheerde omstreeks 23.30 daarheen af. Voor kapitein Dekker waren dus de
sectiën onder lt. Nijbakker niet meer inzetbaar.
M.C.-I-4 R.I. werd in de loop van de nacht ook naar Klein Berkheide
verplaatst. Van 4 C.Mr. werd de 2e Sectie onder Lt. Broens ter beschikking
gesteld aan C.-I-4 R.I. Zij marcheerde omstreeks 24.00 uit Katwijk aan den
Rijn af langs de Wassenaarse weg, met opdracht zich aan de Wassenaarse
Slag ter beschikking te stellen van kapt. Dekker (C.-I-4 R.I.).
2s-4 Bt.6 veld (de 1e sectie was ter beschikking was gesteld aan
C.-III-4 R.l.) marcheerde eveneens omstreeks middernacht uit Katwijk af
naar de Wassenaarse Slag. De Bt.C. had van C.-4 R.l. opdracht ontvangen
zich aldaar ter beschikking te stellen van majoor La Roi (C.-I-1 R.l.).
C.-4 C.Pag. gaf in opdracht van overste Buurman, om 23.00 bevel aan een zijner
sectiën, zich ter beschikking te stellen van C.-I-4 R.l.
Zo marcheerden onderdelen van 4R.I. in de late avond van 10 mei af naar de
Wassenaarse slag waardoor, de overvallers sneden de terugweg af, deze niet meer
door C.-4R.I. inzetbaar waren.
-
Twee secties en de commandogroep van 2-I-4R.I.
-
2s-MC-II-4R.I.
-
2s-4 C.Mr.
-
1s-4 Bt. 6.
*****
III-2R.A.
Majoor Dürst Britt (C.-III-2 R.A.) had in de
loop van de 10e Mei herhaaldelijk aan overste Buurman (C.-4 R.I.) om meer
infanteriedekking verzocht, aangezien gebleken was, dat vijandelijke
parachutisten zich in de duinen zuid van het stellingterrein bevonden.
Overste Buurman had aan dit verzoek geen gevolg kunnen geven,
zodat de veiligheid der afdeling tijdens de duisternis allerminst
verzekerd was.
Omstreeks 20.00 werd daarom, in overleg met C.-4 R.I., besloten de afdeling
van stelling te laten veranderen naar een terrein, gelegen noord van het
Uitwateringskanaal, van waaruit vuur moest kunnen worden gebracht op dorp en
vliegveld Valkenburg en in de richting van de Wassenaarse Slag.
Omstreeks 23.30 stonden de 1e en 2e Batterij in stelling, ongeveer 1000 m N.O.
van de Binnensluis te Katwijk aan Zee, met hoofdrichting vrijwel zuid.
Voor de 3e Batterij verkende de Afd.C. onmiddellijk
noord van het Uitwateringskanaal een stelling.
De afdelingscommandopost was over het bestaande net telefonisch verbonden met
de commandopost van overste Buurman (cp.-C.-4 R.I.) te Katwijk aan den Rijn.
Terwijl hij de stelling voor de 3e Batterij verkende,
werd de afdelingscommandant aangehouden door personeel van 4 Res.G.C. en, daar hij het
wachtwoord niet kende, onder protest voorgeleid bij C.-4 Res.G.C. te Katwijk
aan Zee, waarna een en ander werd opgehelderd.
Deze aanhouding veroorzaakte grote vertraging in de
stellingverkenning, zodat de 3e Batterij eerst op 11 Mei 5.00 uit
Noordwijk afmarcheerde en om 6.30 uur in stelling kwam. Om
20.00 uur had kapt. Splinter (C.-1-I-4R.I.) de
opdracht gekregen om deze opstellingen te beveiligen. Op 11 mei om 00.15 uur arriveerde
Splinter bij de Cantine van de schietbaan. Hij zond één sectie onder Lt.
Speelman naar III-2R.A. bij de sluizen te Katwijk aan Zee.
----------
II-6R.A
De 2e afdeling van het 6e Regiment Artillerie, onder
res. kapitein Oortman Gerlings (C.-II-6R.A.), stond reeds omstreeks 9.00
uur te Aerdenhout
gereed voor de afmars en werd kort daarna door C.-III Div. ter beschikking
gesteld van C.-9R.I., die opdracht gaf, te wachten op nadere bevelen.
Pas om 12.30 ontving kapitein Oortman Gerlings van
C.-III Div. bericht, dat de eerst ontvangen order werd ingetrokken en dat
de afdeling thans onder bevel van Overste Buurman (C.-4 R.I.) te Katwijk aan den Rijn
werd gesteld. Deze gelastte de afmars der afdeling naar Noordwijk, alwaar
nieuwe bevelen moesten worden gevraagd. II -6 R.A. marcheerde over
Vogelenzang naar Ruigenhoek, waar de weg naar Noordwijkerhout versperd
bleek te zijn, zodat over Lisse en Sassenheim moest worden opgerukt. Op
het open weggedeelte tussen Ruygenhoek en Lisse werd de 2000 m lange
colonne door een Duits vliegtuig beschoten zonder dat verliezen werden
geleden.
Tussen Lisse en Sassenheim ontstond een belangrijk oponthoud, doordat de
afdeling de colonne van 9 R.I. achterop reed, welke door een
verkeersstremming niet verder kon. Zo kwam het, dat eerst omstreeks 16.30
de batterijen der afdeling in het bedekte terrein Offem bij Noordwijk
Binnen opgesteld waren en nadere bevelen van overste Buurman konden worden
gevraagd.
Deze luidden: in stelling komen zuid van Noordwijk,
front zuid; vuur moet kunnen worden gebracht op het strand zuid van
Katwijk aan Zee. Om 19.00 stond de afdeling tot vuren gereed. De maskering werd verbeterd, rust bij de stukken en de keukenwagens
kwamen naar voren.
Om 21.25
gelastte Buurman voorwaartse stellingverandering naar de noordzijde van
de uitwateringssluizen te Katwijk aan Zee, welke stelling vóór het
aanbreken van de dag moest zijn ingenomen. Tijdens de stellingverkenning
in diepe duisternis werd van C.-III-2 R.A. vernomen, dat diens afdeling
reeds opdracht had aldaar in stelling te komen en er geen plaats meer is voor meer batterijen, hetgeen kapitein Oortman Gerlings
meldde aan overste Buurman.
Deze gelastte daarop, de batterijen verder oostelijk, tussen de sluizen en
de brug noord van Katwijk aan den Rijn, te laten opstellen. Terwijl de
voorbereidingen daartoe werden getroffen, werd een nieuwe opdracht van overste Buurman ontvangen, waarbij het schietterrein zuid van Katwijk aan Zee
als stellingterrein werd aangewezen.
Op 11 Mei 7.00 stond II-6 R.A. aldaar tot vuren gereed
met hoofdrichting zuid. Vuren werden voorbereid zuid van de Wassenaarse
Slag, oost van het aanvoerkanaal der waterleiding.
---------------
I-IV-Depot Bereden Artillerie.
Kapitein van Heuven ( C.-l-IV Dep.B.A.) had op 10 Mei door zijn manschappen
een stelling doen inrichten en bezetten ter bescherming van het barakkenkamp
te zuiden van Katwijk aan zee. Hij had deze stelling verdeeld in drie
vakken en telefonische verbindingen doen aanleggen met de vakcommandanten.
Ook had hij op die dag nog twee vuurmonden van 7 veld tijdelijk ter
beschikking gekregen van kapitein Tonnet (C.-Instructiebatterij 7 veld
te Rijnsburg). Hij had met deze vuurmonden de op het strand gelande
vliegtuigen met succes beschoten . Bovendien had hij de vier
bij de depotafdeling aanwezige vuurmonden van
8 staal
op het strand in stelling doen brengen.
Toen in de loop van de middag van 11 mei bleek, dat het pag. van II-9 R.I. tijdens de
terugtocht verloren was gegaan, liet kapitein van Heuven
de vier vuurmonden
van 8 staal van het strand weghalen en opstellen op de belangrijkste
toegangswegen naar Katwijk aan Zee.
----------
De Gevechtsgroep
1R.I.
Sgt Boersma van 1-I-1 R.I. :
-
Vrijdagmorgen 10 mei 1940,
Veel vroeger dan gewoonlijk werd ik wakker door het trillen der ruiten en
luid gestommel, dat eerst vaag tot me doordrong in het huis, waar ik was
ingekwartierd, tegenover de bollenschuur aan de Hoofdstraat in Sassenheim,
alwaar 1-I-1R.I. gelegerd was en waar ik bij diende als onderofficier.
De deur van m’n slaapkamer werd opengerukt en een zoon van de hospita riep:
“Sergeant, ’t is oorlog!” Waalhaven is gebombardeerd. Hij was meteen weer
weg en zoo ik nog niet klaar wakker was , werd ik het wel door vliegtuigen
geronk en een dof aanhoudend gedreun.
Toen ik aangekleed was, ging ik naar beneden; een blik naar buiten
overtuigde me inderdaad dat er iets gaande was: ’t was abnormaal drukke in
het vroege ochtend uur. Menschen stonden in groepjes bij elkaar en op de
compagnie was het een en al beweging.
Kapitein Bergmans, onze C.C. kwam hard aanfietsen en al veel jongens zag ik
reeds met de helm op loopen.
Tijd om te eten gunde ik me niet, ik had er geen trek in ook. Ik ging meteen
naar de O.O. kamers, waar m’n kameraden druk bezig waren hun uitrusting in
elkaar te zetten en goederen inpakten Ik volgde hun voorbeeld zonder iets te
zeggen. Er werd door niemand wat gezegd. We aanvaarden het stilzwijgend,
hetgeen blijkbaar door de radio reeds was afgekondigd. Nederland was in
oorlog met Duitschland en had tot bondgenoot: Engeland, Frankrijk en België.
Niemand had eenig idee waar we heen gingen of wat onze bestemming was.
Toen we sectiegewijs op het terreintje voor de bollenschuur, ’t was
intusschen half zes , stonden aangetreden en munitie ontvingen, vlogen reeds
Duitsche vliegtuigen hoog over ons heen.
Op één sectie na, ging onze hele tirailleur compie even later ten aanschouwe
van vele burgers, wie was nog niet op, in luxe auto’s en taxi’s in richting
Leiden, Sassenheim verlaten.
Ik had nog een kans mijn huisgenoten de hand te drukken, die me ook nog wat
boterhammen toestopten en zat met nog twee soldaten en een korporaal in één
van de taxi’s, die met nog geen vijftig meter afstand achter elkaar in een
lange rij door Oegstgeest nabij het viaduct rechtsaf sloeg.
De wegen waren gedeeltelijk versperd, d.w.z. de breede betonnen rijksweg en
met militaire politie bezet.
We trokken op Rijnsburg aan, waar de file halt hield en wij uitstapten.
Bijna gelijktijdig met ons kwamen nog voor een groot deel de M.C., 2e en 3e
Cie van 1R.I. aan.
Het 1e Regiment Infanterie werd bevolen zich uit Lisse
te verplaatsen. Om 08.45 uur verplaatste het eerste bataljon zich behoudens enkele secties compagniegewijs naar Rijnsburg waarbij, met uitzondering van de 3e
compagnie welke per tram werd vervoerd, gebruik werd gemaakt van
auto's.
De 2e sectie van de 2e compagnie van het 2e bataljon was naar vliegveld
Ruygenhoek gezonden om dit te zuiveren.
Het restant 2e compagnie van het 2e bataljon reed over Rijnsburg naar Katwijk
aan de Rijn en liep daar om 08.00 uur vast door vijandelijk vuur
vanuit Katwijk aan de Rijn.
De 3e compagnie van het 2e bataljon marcheerden om 09.00 uur af naar
Oud Poelgeest, en probeerden tevergeefs contact te krijgen met overste
Buurman (C.-4R.I.).
Het 3e bataljon bereikte Warmond in de loop van de morgen.
Kort na 10.00 uur kreeg de commandant van het 1e Regiment Infanterie
(C.-1R.I.), kolonel van Loon, opdracht van Kolonel Kraak, om naar het Haagse Bos op te
rukken waarbij eventuele weerstanden bij Maaldrift en Wassenaar
moesten worden opgeruimd.
C.-1R.I.gaf daarop de volgende opdrachten,
-
Om 11.00 uur aan C.-I-1R.I.: Marcheer over Katwijk
aan de Rijn, de Pan en Rijksdorp naar Wassenaar Eventuele Duitse
tegenstand met kracht te breken. Daarna over Den Deyl naar het
Haagse Bos. Een sectie PAG komt tot uw beschikking.
-
Om 11.15 aan waarnemend commandant IIe bataljon
1R.I.(wdC.-II-1R.I.). Bataljon verzamelen en marcheer via de
Haagsche Schouw en Den Deyl naar het Haagse Bos. Ik zend u een
sectie PAG.
-
Om 12.00 uur aan C.-III-1R.I..Marcheer snel naar
het Haagse Bos via Poelgeest - Haagsche Schouw - Den Deyl.
Vijandelijke weerstand te verwachten bij Maaldrift en omgeving
Wassenaar.
---
I-1R.I.
Het bevel voor de verplaatsing werd omstreeks 7.00 ontvangen, waarna overgegaan werd tot het vorderen van vrachtauto's, luxe auto's en taxi's. Bovendien nam de bataljons commandant (B.C.), de majoor la
Roi enige veiligheidsmaatregelen,
bestaande uit het doen plaatsen van enige groepen van de 1e Comp. bij het viaduct in de autoweg waar de spoorbaan Leiden-Haarlem deze weg snijdt, en van een groep van de 3e Comp. bij het viaduct 1500 m noordoost
daarvan. Bovendien vonden vóór de afmars naar Rijnsburg nog de volgende detacheringen plaats in verband met binnengekomen berichten omtrent het optreden van parachutisten ten noorden van Noordwijk aan Zee.
-
6.00: de 3e Sectie van 3-I-1 R.I. naar het duinterrein bij Radio
Noordwijk (NORA), ten noorden van Noordwijk aan Zee, teneinde dit van parachutisten te zuiveren.
Aldaar aangekomen werden zij door het personeel van 4 Res. G.C. abusievelijk
onder vuur genomen. C.-III Div. gaf hierna bevel aan de 3e S. om ter
versterking hier te blijven. Parachutisten werden niet waargenomen.
-
6.30: de 2e Sectie van 2-I-1 R.I. naar station Piet Gijzenbrug, ter afsluiting van de kunstweg
Sassenheim-Noordwijk.
De sectie keerde om 14.30 op last van C.-1R.I. terug naar Sassenheim waar
zij werden belast met de beveiliging van c.p. C.-1R.I.
Het bataljon vertrok tussen 8.30 en 9.00 compagniesgewijs naar Rijnsburg,
waarbij gebruik werd gemaakt van auto's. De auto's volgden
de hoofdverkeersweg tot het viaduct west van Oegstgeest en vervolgens de Leidseweg naar Rijnsburg.
Op laatstgenoemde weg ontving de colonne der M.C. een zodanig hevig vuur uit de richting van het dorp Valkenburg, dat halt werd gehouden en uitgestapt.
Enig vuren werd door kapt. Gaastra Gerber (C.-M.C.-I-1 R.I.) nog afgegeven op
laagvliegende vliegtuigen. Om 10.00, toen la Roi ter plaatse kwam, werd de mars naar
Rijnsburg voortgezet.
De colonne van 1-I-1 RI werd tijdens de
verplaatsing van dit bataljon naar Rijnsburg, op de
Valkenburgseweg bij Oegstgeest door een Duits vliegtuig
gemitrailleerd. Als gevolg hiervan kwamen om het leven (allen van
1-I-1RI): de dienstplichtige soldaten: Hendrik Boer, Franciscus
Eikens, Anne van Oosten, Meint Albertus Engels, Heine Andries de
Jong, Geert Klaassens, Hendrik Niemeijer.
Voorts kpl Petrus Franciscus Bierman van MC-I-1 RI.
1-I-1R.I. kwam omstreeks 10.00 uur in Rijnsburg aan en
alwaar kapitein Bergmans (C.-1-I-1R.I.) vernam van kapt. Tonnet (C.instr. Bat. 7 veld) dat eigen depottroepen in gevecht waren bij de Rijnbrug aan de
Zandlaan. Aangezien hij geen aanwijzingen had ontvangen
omtrent de taak zijner compagnie na aankomst te Rijnsburg, en de
Bataljons Commandant, majoor la Roi, nog niet aldaar was aangekomen,
besloot hij twee sectiën voorlopig een opstelling te laten
innemen aan de zuidwestrand van het dorp ter weerszijden van de weg
naar Katwijk aan den Rijn, en de 1e sectie daarachter in reserve
te houden.
Direct nadat deze opstelling
was ingenomen, vroegen de troepen bij de brug in de Zandlaan om versterking, waarop
kapitein Bergmans zijn reservesectie daarheen zond. Hij beschikte daarna niet
meer over enige reserve, aangezien de sectie waarvan een deel was achtergelaten
bij het viaduct in de autoweg nog niet te Rijnsburg was aangekomen.
Sergeant Dijkhof, SC2-1-I-1R.I.;
-
Toen de vliegtuigen weg waren zijn we verder gegaan op de weg
van Rijnsburg naar Katwijk, totdat we bij een brug over de Oude Rijn kwamen.
Deze brug kon niet overschreden worden door het vuur van de Duitsers die aan
de overzijde lagen. Ik liet mijn sectie in stelling komen en het schieten
beantwoorden. Een motorschip dat over de rivier aankwam, wilde ik laten
stoppen om het dwars over het water te leggen en als overgangsmiddel te
gebruiken. Het voer echter door. Ik heb er een korporaal op laten vuren, maar
dit had geen resultaat. Majoor Le Roi kwam bij me en vroeg wat ik hier deed.
Hij stond rechtop, doch onmiddellijk sloeg een bundel vlak naast hem in,
waarna hij zich snel dekte. Voor de brug lag ook een luitenant met enige
rekruten. De luitenant was aan het hoofd, gewond. Ik heb een van mijn mensen
een noodverband laten aanleggen en hem daarna laten afvoeren.
Plotseling kwam iemand in Nederlands uniform ongewapend naderbij. Ik ben uit
stelling gekomen en een eindje naar voren gegaan. De man vertelde mij dat hij
krijgsgevangene was en van de Duitsers het bericht moest brengen, dat we ons
moesten overgeven. Ik heb hem toegeroepen tegen de Duitsers te zeggen, dat zij
konden barsten. Voorts vroeg ik hoe sterk de Duitsers bij de brug waren' Hij
gaf voor de vijand onzichtbaar, tekens met zijn handen, waaruit ik
concludeerde dat er 15 man moesten zitten.
Het verslag van een der soldaten van
1-I-1R.I:
-
Op 10 Mei 1940 te ± 6.30
werden wij - althans mijn compagnie - Van
Sassenheim per auto naar Rijnsburg
vervoerd. In Rijnsburg hebben wij lange
tijd vertoefd. Daarna kreeg ik de opdracht
in mijn sectie op te rukken langs een
smalle weg in de richting van het dorp
Valkenburg. Ik liep vrij vooraan en achter
mij liep een sergeant die in opleiding was
voor reserve-officier, welke, toen wij in
de omgeving van de Pannefabriek kwamen,
doodgeschoten werd door vuur dat van de
overkant van de Rijn afgegeven werd. Ik
ging met mijn groep langs een schoorsteen
van de fabriek naar de kalkoven van de
fabriek en zijn naar boven geklommen. een
korporaal van Droge is met een gedeelte
van een andere groep totaal 4 man linksom
gegaan en een woning binnengegaan, welke
in de nabijheid van de Pannenfabriek
stond. Uit de oven ontwaarde ik aan de
overkant vier Duitsers met een zware
mitrailleur.
Wij hebben ze niet onder vuur genomen,
maar wel constateerde ik, dat de korporaal
dit deed. Ik zag twee Duitsers
wegvluchten, van de andere twee en het
wapen heb ik niets meer gezien.
( De Sgt in opleiding was M.
Sakkers. FO),
Op dat ogenblik arriveerde juist 3-I-1 R.l. (min de 3e sectie) onder kapitein van
Baren. De 3e sectie was ter versterking toegevoegd aan de 1e sectie van het
4e Res.G.B. bij Noordwijk Radio.
Kapitein Bergmans (C.-1-I-1 R.I.), die wegens afwezigheid van de
bataljonscommandant de leiding nam, gaf aan kapitein van Baren opdracht, met zijn compagnie stelling te nemen langs de
noord-zuid lopende kunstweg tussen het Oegstgeesterkanaal en de Zandlaan, en
een vijandelijk opdringen uit Katwijk over de Oude Rijn in de richting van
Rijnsburg te beletten. Van Baren voerde deze opdracht uit.
Omstreeks 9.00 arriveerde 2-I-1 R.I.(min een sectie) onder leiding van
kapitein Reinhardus, welke compagnie op last van Bergmans een opstelling als
reserve innam in het zuiden. en zuidoostelijk deel van het dorp.
Op last van de B.C. stelde C.-M.C. onmiddellijk de 1e Sectie
ter beschikking van C.-1e Comp.
Majoor la Roi en het grootste deel van M.C.-I-1 R.I. bereikten het dorp
omstreeks 10.00 en gaf hier de navolgende bevelen:
-
1e Comp. (min een sectie), versterkt met de 1e sectie M.C., neemt
stelling op de oostelijke Rijnoever met één sectie á cheval van de
Zandlaan en met twee sectiën en de sectie zware mitrailleurs ter
weerszijden van het voetveer bij Valkenburg over een frontbreedte van
300 m.
-
3e Comp. (min 1,5 sectie) blijft in de reeds ingenomen opstellingen
tussen het Oegstgeesterkanaal en de Zandlaan.
-
2e Comp. (min een s.) ter plaatse in reserve.
Van de M.C. bleef de 1e sectie ter beschikking van de 1e compagnie, de 2e
sectie kwam in stelling aan de Zandlaan in de westrand van Rijnsburg; de 3e
sectie bleef op het marktplein te Rijnsburg en de 4e sectie werd in stelling
gebracht aan de Leidse weg, ongeveer 500 m zuid van Rijnsburg, met
hoofdrichting Valkenburg.
Luitenant van Ark van 1 Bt.6 veld, die intussen ook te Rijnsburg was aangekomen, kreeg opdracht
in stelling te komen in de zuidrand van het dorp aan de Leidse weg,
hoofdrichting west. Waar de sectie van 1 C.Pag., die in de loop van de dag eveneens ter beschikking kwam van C.-I-1
R.I., in stelling is gebracht, is niet bekend. Vermoedelijk
ontving la Roi, korte tijd nadat hij de hierboven vermelde bevelen had
verstrekt, de opdracht van overste van Loon om naar Wassenaar op te rukken.
Op dat tijdstip bevond de vijand zich nog in het bedekte terrein bij het
Seminarium te Katwijk, van waar uit hij de brug over de Oude Rijn onder vuur
hield, terwijl ook uit het dorp Valkenburg en de omgeving daarvan
vijandelijk vuur werd ontvangen.
la Roi nam het besluit, de
reeds ingezette delen van zijn bataljon voorlopig ter plaatse te laten
en daarmede de vijand op de westelijke oever onder krachtig vuur te
houden. Onder dekking van dit vuur
moest de 2e Comp. zich met één sectie in het bezit stellen van de Rijnbrug
bij Katwijk, deze overschrijden en de hand reiken aan de troepen van
4 R.I., terwijl de rest der compagnie tegen het dorp Valkenburg moest
aanvallen. Vervolgens zou het gehele bataljon over Katwijk oprukken
naar Oostdorp en Wassenaar.
Kapt. Reinardus (C.-2-I-1 R.I.) wees de 1e
Sectie aan voor de uitvoering van het eerste deel der opdracht. Deze
sectie, gecommandeerd door luitenant de Guyt, rukte op met een groep
rechts en twee groepen links van de Zandlaan tot ongeveer 3 00 m voor
de brug. Daarna gaf luitenant de Guyt aan één groep onder Sgt.
Koopmans opdracht, de Oude
Rijn noord van de brug over te steken en vervolgens naar de brug op
te rukken. De rest der sectie bleef ter plaatse.
Toen na enige uren bleek, dat de aangewezen groep er niet in was geslaagd
de westelijke Rijnoever te bereiken, meldde luitenant de Guyt aan
C.-I-1 R.I. dat de brug nog steeds onder vuur lag en de west oever niet
kon worden bereikt. Door het ingrijpen van de bataljonscommandant werd tenslotte de brug
overschreden onder dekking van een burgerauto, nadat lt. de Guyt opdracht had ontvangen, om, in afwijking van de ontvangen order om de
Wassenaarse weg te volgen na het bereiken van westelijke Rijnoever, te samen
met 4 R.I. op te rukken langs de weg naar dorp Valkenburg. Na
aankomst op de westelijke Rijnoever werd, zowel uit het bedekte terrein
van het Seminarium als uit de kalkzandsteenfabriek 250 m zuid van de
brug, vuur ontvangen waartegen dekking werd gezocht in de huizen langs
de weg. Spoedig bleek, dat het vuur uit het Seminarium door eigen troepen
van 4 R.I. was afgegeven. Voor het verdere optreden van luit. de Guyt
met de 1e Sectie van 2-I-1 R.I., in nauw verband met 3-II-4 R.I., wordt
verwezen naar de acties van II-4R.I.
De 3e en 4e Sectie
van 2-I-1R.I. onder resp. vaandrig Cuperus en sergeant Veenstra
rukten van Rijnsburg op langs de weg naar Valkenburg tot 300 m
zuidwest van het dorp, waarna de sectiën verspreid voorwaarts
gingen. Door een krachtig vijandelijk vuur uit westelijke richting
(vermoedelijk uit de steenfabriek tussen Katwijk en Valkenburg)
sneuvelde de sgt.tit. G.J. Rueb. Gewond raakten de sgt. H.
Boshoven, kpl. D. Springer en dpl. van Emden. Er werd
teruggetrokken op Rijnsburg
Toen 1 Bt.6 veld op bevel van majoor la Roi de fabriek onder vuur nam, waarbij enige projectielen in de nabijheid der eigen infanteristen terecht kwamen, trokken beide sectiën op Rijnsburg terug. Daarna beperkte zich
de strijd tot wederzijds vuur.
Nadat de verbinding tussen Rijnsburg en Katwijk aan den Rijn en dus
tevens tussen I-1R.I. en 4 R.l. tot stand was gekomen, besloot C.-I-1 R.l.
zijn gehele bataljon naar Katwijk aan den Rijn te verplaatsen en de reeds in
de voormiddag bevolen opmars naar Wassenaar uit te voeren.
Tussen 16.00 en 17.00 verzamelden de rondom Rijnsburg verspreide
onderdelen van de 2e compagnie (min 1e en 2e sectie), de 3e compagnie (min
3e Sectie en een groep van de 1e sectie) en de M.C. (min de 1e sectie) op
bevel van de B.C. in het dorp. Ook de sectie pag. en 1 Bt.6 veld werden
daarheen aangetrokken. Het raadhuis in Rijnsburg werd ingericht als Rode
Kruis post en de gesneuvelden werden naar de Openbare School vervoerd.
De 1e compagnie en de bij haar ingedeelde sectie zware mitrailleurs
bleven tot het invallen van de duisternis haar opstellingen innemen, waarna
ook zij op Rijnsburg terugtrokken, waar zij eerst omstreeks 21.30 aankwamen.
Omstreeks 17.45 ontving
majoor La Roi van overste Buurman het bevel, om over Katwijk aan den
Rijn en De Pan op te rukken tot 500 m zuid van de Wassenaarse Slag,
daarbij rechts aangeleund aan I-4 R.I. en links door I-9R.I.
----------
II-1R.I.
Van dit bataljon was reeds op bevel van de majoor La Roi (C.-1R.I.) een sectie van de 2e Compagnie naar het duinterrein noordwest van het vliegveld Ruygenhoek gezonden om dit te zuiveren.
Deze sectie trof nergens vijand aan en voegde zich later bij 1-II-1 R.l. op het vliegveld.
2-II-1 R.l. onder lt. Broersma, (min 2e Sectie) vertrok omstreeks 7.00 op gevorderde auto's naar Oud Poelgeest, waar zij kort daarna aankwam. Aangezien de C.C. van zijn B.C. tevens opdracht had ontvangen, contact op te nemen
met overste Buurman te Katwijk, reed de compagnie over Rijnsburg daarheen.
Omstreeks 8.00 liep zij vast voor de Rijnbrug oost van Katwijk aan den Rijn, welke onder vijandelijk vuur bleek te liggen. 3-II-1R.I.onder
lt. Strabbing, marcheerde omstreeks 9.00 per auto af naar Oud Poelgeest, waar zij kort
daarna aankwam, en de M.C., die om 8.40 vertrok, arriveerde aldaar omstreeks 10.00. Ook beide laatstgenoemde compagniescommandanten hadden opdracht ontvangen, contact op te nemen met
overste Buurman, waartoe zij,
overigens zonder succes, officieren uitzonden in de richting van Valkenburg.
De 1e en de 2e
sectie van het 2e bataljon van het eerste R.I. (1,2-II-1R.I.) bereikte
met omzwervingen via Voorschoten Den Deijl in Wassenaar alwaar de auto's terug werden gezonden naar Poelgeest om
de rest op te halen. 1½ uur later kwamen deze terug met de mededeling dat zich te
Poelgeest geen personeel van de compagnie meer bevond.
Dat was juist. wdC.-II-1R.I. verzamelde om 16.00 uur uiteindelijk de compagnie - 2-II-1 R.I. (min 2e Sectie), 3e en 4e Sectie van 3-II-1 R.I., M.C.-II-1 R.I. en een sectie van 1 C.Pag. - bij de
Haagsche Schouw. Daar zond hij om 17.00 uur de 3e, de 4e sectie van 3-II-1 R.I., later gevolgd door
twee sectiën van de M.C., vooruit langs de autoweg
om deze te zuiveren van vijanden. Beide sectiën vorderden zeer langzaam daar
zij elk huis aan een nauwgezet onderzoek onderworpen. Het gevolg daarvan was, dat de rest van het bataljon bij de brug een afwachtende houding
aannam, waaraan de aldaar aanwezige kolonel Sieperda (C.-II-Dep.Inf.) zich zodanig ergerde, dat
hij wd.C.-II-1 R.I.( dat was de C.-MC-1R.I.) tijdelijk van zijn commando onthief en de voortvarende
majoor Mulder (C.22-Dep.Bat.) met het bevel over II-1 R.I. belastte.
Deze begaf zich,
vergezeld van zijn luitenant-adjudant, de Lt de Seventer, en a.o.i. de Jager,
per auto vooruit. Hij trof nabij de zijweg naar de Maaldrift de beide sectiën
van 3-II-1 R.I. en de sectiën zware mitrailleurs aan. Een 200 m vooruit
gezonden tirailleurgroep had vuur ontvangen uit westelijke richting, naar
aanleiding waarvan de voorwaartse beweging was gestaakt. Mulder gaf aan C.-M.C.-II-1
R.I. opdracht, zijn beide sectiën voorlopig ter plaatse te laten, waarna hij
de beide commandanten der tirailleursectiën gelastte op te rukken tot de
Hogeboomse weg, waarbij de ene sectie de noordwest lopende zijweg en de andere de
trambaan moest volgen. Hijzelf begaf zich langs de autoweg naar voren om vast
te stellen wat het geweervuur uit de richting van Den Deijl te betekenen had.
Hem bleek, dat de 4e compagnie van het Depot Bataljon Grenadiers, opgesteld in het
bedekte terrein bij Zuidwijk, het vuur had geopend met een pag van 1R.H.M. op vermeende vijand
in huizen langs het Amonslaantje. Aangezien door dit vuur de opmars van de sectiën van 3-II-1
R.I. naar de Hogeboomse weg zou worden gehinderd, droeg majoor Mulder
C.-4-Dep.Bat.Gr. op, het vuur te doen staken en dit alleen te heropenen als de
vijand hen rechtstreeks aanviel, dan wel zou trachten uit te wijken naar het
zuidwesten.
Daarna keerde hij terug naar de opstelling der zware mitrailleurs, waar hij
tot zijn verbazing de beide tirailleursectiën van 3-II-1 R.I. nog aantrof. Na
aan C.-M.C. de opdracht te hebben verstrekt, in stelling te komen en eventuele
bewegingen des vijands door vuur te onderdrukken, geleidde majoor Mulder de
beide tirailleursectiën langs de noordwest lopende weg. Tijdens deze
verplaatsing werd mitrailleurvuur ontvangen uit de boerderijen aan de
noordwestpunt
van de Maaldrift. Hoewel dit vuur te hoog lag, zodat geen verliezen werden
geleden, kwam de voorwaartse beweging tot staan.
Mulder begaf zich daarop naar de zware mitrailleurs en gaf deze opdracht
bedoelde boerderijen onder vuur te nemen, hetgeen geschiedde. Na enige tijd
zweeg het vijandelijke vuur.
Intussen was omstreeks 22.30 uur de ontheven wd.B.C. ter plaatse gearriveerd.
Mulder, die zich naar Wassenaar wilde begeven om zich aldaar in verbinding te
stellen met C. -1 R.H.M., droeg hem het commando gedurende zijn afwezigheid
over.
Onder diens leiding rukte de intussen aangetrokken 2-II-1 R.I. (min 2e Sectie)
in de richting van de noordwestpunt van de Maaldrift op.
Na het invallen van de duisternis werden de gebouwen aldaar bereikt en bezet,
waarbij een twaalftal vijanden, waaronder twee doden en vijf gewonden, in
Nederlandse handen vielen.
Omstreeks 23.30 trokken 2-Il (min 2e Sectie) en de beide sectiën van
3-II-1R.I. naar Den Deijl, alwaar zij tot legering overgingen.
De M.C. min twee sectiën bleef de Maaldrift bezet houden.
-----------
III-1R.I. Al eerder in
de ochtend kwam III-1R.I. zonder bijzonderheden in Warmond aan.
Dit bataljon werd in de namiddag en de avond van 10 Mei per auto
verplaatst van Warmond via Leiden en de Haagse Schouw naar
Wassenaar.
Vóór het vertrek uit Warmond onderging
de gereedstaande colonne een vijandelijke luchtaanval zonder dat daarbij
verliezen werden geleden. Bij de Haagsche Schouw werd aanvankelijk namens C.-W.Fr.-Vg.H. opdracht ontvangen, met één compagnie aan te vallen op
het dorp Valkenburg, welke opdracht even later werd ingetrokken. De
verdere opmars naar Den Deijl ondervond veel vertraging, aangezien II-1R.l. nog in gevecht was met de Duitse luchtlandingstroepen bij de Maaldrift
en de te volgen weg onder vuur bleek te liggen. Nadat dit laatste niet
meer het geval was, werd de mars voortgezet en kwam het bataljon, na
het invallen van de duisternis, zonder verliezen te Wassenaar aan, waar
de Bataljons Commandant zich in verbinding stelde met C.-1R.H.M. Ook
de 4e Sectie van 2-III-1 R.I. uit Noordwijk sloot des nachts aan. C. -Vg.H. stelde Il en III-1 R.l. na aankomst
te Wassenaar onder bevel van C.-I R.H.M.
Overste van Loon had om 17.35 van C. -III
Div. bevel ontvangen, de aanval met kracht voort te zetten tot de lijn
500 m zuid van Wassenaar en Den Deijl; 15 M.C. werd te zijner
beschikking gesteld.
Van Loon stelde deze M.C. omstreeks 20.00 ter beschikking van C.-Dep.Afd.R.A. bij Oud Poelgeest, alwaar tevens de commandopost van 1
R.I. was gevestigd.
1 C.Mr. bracht de nacht van 10 op 11 Mei door te Poelgeest.
1C. Pag
Res.1e Lt Hillebrands (wnd. C.-1 C.Pag.) had aanvankelijk van van Loon bevel ontvangen
zich van Lisse te verplaatsen naar Sassenheim en daar de toegangswegen
naar dit dorp af te sluiten. T.w. een sectie te
Warmonderdan, een
sectie te Voorhout (Bontekoe) en een sectie te
Noordwijkerhout (station).
In de loop van de dag werden de drie
sectiën Pag. ter beschikking gesteld van de drie bataljons:
1e sectie onder co. den 2e Luit. Deventer ter beschikking gesteld van C.-I-1R.I.
2e sectie onder co. van den Sgt. cap. de Vries ter beschikking gesteld van C.-II-1R.I.
3e sectie onder co. van Sgt. cap. Struik is ter beschikking van C.-III-1R.I.
Res.1e Lt Hillebrands (wnd. C.-1 C.Pag.):
De 3e sectie onder commando van Sgt. cap. Struik is gedurende de geheele loop der
vijandelijkheden het verband verloren geweest,
hetgeen geweten moet worden aan een onjuiste
opvatting van den commandant dier sectie omtrent
het hem door C.-III-1R.I. gegeven marschbevel,
zoodat hij in Den Haag in plaats van in Wassenaar
is aangekomen, waar hij door het A.H.K. nadat hij
zich aldaar meldde is ingezet in de strijd rond de
Residentie.
Deze 3e sectie Pag is
daarna in stelling gekomen met één stuk bij het A.H.K. en het andere
op het Toernooiveld.
---------
I-6 R.A.
C.-I- 6 R.A. deed zijn afdeling in de namiddag in stelling komen nabij
het kasteel Oud Poelgeest, waar zij om 16.00 tot vuren gereed was. Tijdens
de verplaatsing daarheen kwam de 2e Batterij onder mitrailleurvuur van
vliegtuigen, terwijl nabij de Postbrug, waar een vijandelijke bomaanval
werd uitgevoerd op de in de nabijheid
zijnde colonne van 9 R.I., een bespanning der 1e Batterij op hol sloeg. De moedige wachtmeester v.d. Broek, die de hollende paarden trachtte tegen te houden, verloor
daarbij het leven. Een paard van een officier werd door een granaatscherf
gedood.
---------
De gevechtsgroep
9R.I.
In de avond van 9 op 10 mei vertrok het eerste bataljon van
9R.I. uit Haarlem voor een nachtelijke oefening in de duinen tussen
Bloemendaal en Zandvoort, nabij de uitspanning Kraantje lek. Tijdens deze
oefening, omstreeks 04.00 namen zij vele vliegtuigen waar en hoorden het
blaffen van het luchtafweergeschut van de 22e Batterij LuA nabij
Ruigenhoek en zagen zoeklichten de hemel aftasten.
Uitspanning Kraantje Lek.
Dienstplichtig Sergeant J.W. Nijholt, 2s-MC-I-9R.I.:
-
Het schijnt een oefening op grote schaal te zijn,
want er daveren plotseling vliegtuigen over ons heen. In de verte
blaffen luchtafweer kanonnen. Lieve hemel, zou onze oefening een
onderdeeltje zijn van een grootscheeps georganiseerde manoeuvre? Ook
vanuit zee klinkt geknal! Dus ook de marine doet mee!
Dat het zo'n grote oefening was vannacht, dat wisten we niet. Hoe
langer hoe meer vliegtuigen zich vertonen. De optrekkende duisternis
veroorlooft ons nu ze door het luchtruim te zien jagen. Intensiever
wordt het geknal en gedaver rondom.
Vooral in het Noord-Oosten wordt druk geschoten. Daar ligt Schiphol!
Van de andere kant jaagt een G1 -deze snelle acrobaten kennen we-
een zwerm andere machines tegemoet, er onderdoor, met een
looping er overheen, maar geschoten wordt er niet. Dat er
vijandelijk vliegtuigen over ons heen razen, dat beseffen we niet
Een enkeling gaat twijfelen. Is dit wel een oefening? Hoe zien
vreemde vliegtuigen er uit... Engelse.. Duitse.. Franse, welk
herkenningsteken hebben ze?
We weten het niet! Ach.. de G1 schoot immers niet, het is een
oefening!
Vaandrig C. Desplanque, (SC4-3-III-9 R.I.), te
Haarlem,
De vaandrig stuurde ordonnansen uit om het regiment te
alarmeren.
Tijdens de nachtelijke oefening werd de commandant van I-9R.I.,
de majoor van der Schee, omstreeks 05.00 uur door een ordonnans geïnformeerd over de ontstane
situatie. Alarm!
Onmiddellijk werd de terugweg naar Haarlem aanvaard
waar omstreeks 06.00 uur een vermoeid en bezweet bataljon aankwam.
Orders werden uitgevaardigd voor de afmars. Naar Utrecht dachten velen.
Dienstplichtig Sergeant J.W. Nijholt, 2s-MC-I-9R.I.:
-
Links, rechts, voor, achter,... overal davert kanongebulder.
O God, hoe kan dat... het is immers geen oorlog!
Deze dwaze onzekerheid, waarbij wij waren overgeleverd aan vreselijke
praatjes rondom, deze onzekerheid was bijna even erg als de werkelijkheid.
Met recordsnelheid wordt de thuismars afgelegd. Niemand is moe, niemand
kankert over het ontzettend hoge marstempo... De gemobiliseerde
Nederlanders, ze zijn zonder dat ze hetzelf beseffen, reeds soldaten
geworden. Nog weten we niets.
Het is ongeveer 6 uur, als een vermoeide, bezwete colonne de stad binnen
trekt en deze in rep en roer aantreft. Nu wordt onze twijfel zekerheid... Het
is Oorlog!....
Dienstplichtig soldaat F.W Melgert van 1-I-9R.I. schreef in de
morgen een laatste brief naar zijn ouders:
-
Beste ouders.
Nu de oorlog is uitgebroken is de toestand verergerd en wij vertrekken, maar
heb goeden moed, en maak je niet bezorgd over mij.
Want ik strijd met vuur tegen de vijand die ons zo laaghartig heeft
aangevallen.
Nu ouders ik heb goeden moed en wees gegroet van uw zoon F.W.Melgert.
Maar ik ben bij de reserve troepen ingedeeld , tot wederziens ,en mijn adres
is onbepaald treur niet.
Ik heb vannacht zelf de vliegtuigen gezien want we waren met ons bataljon op
nachtoefening, maar ze hebben ons niet aangevallen. Wel zijn de vliegtuigen
beschoten, nu er waren verscheidene van die vliegtuigen in de lucht , maar
ik heb goeden moed, en blijf vertrouwen.
En zo god wil, zien we elkander weer.
Want daar moeten we de volste vertrouwen in hebben, en zo god wil zegen hij
ons, ik blijf in het geloof, en mocht ik niet meer zijn, dan troost u bij
god.
Omstreeks 09.00 uur stond het 1e bataljon gereed voor de
afmars. Bevelen van C.-III-Div. lieten op zich wachten. Even voor 11.00
uur werd bekend dat het marsdoel Valkenburg was. Valkenburg? Dat is een
eind weg naar Limburg.
De colonne zette zich in beweging, aanvankelijk snel,
later langzamer. Overal stonden wuivende en huilende mensen langs de weg.
*
De commandant van het negende Regiment Infanterie (C.-9 R.I.),
Lt.Kol.
Evenwel, gaf omstreeks 12.00 de volgende bevelen.
-
II-9 R.I., versterkt met een sectie van 9 C.Pag., marcheert onmiddellijk
af langs de kunstweg Heemstede-west langs Bennebroek-Hillegom-Sassenheim
Kerkbuurt. Houdt halt bij Kerkbuurt ten N. van Oegstgeesterkanaal.
Stelt zich aldaar gedekt op tegen luchtaanvallen en wacht nadere bevelen
af. Zodra het bataljon afgemarcheerd is, verwacht ik daarvan bericht.
-
I-9 R.I., Vbd.A.-9 R.I., MC-I-9R.I., 9 C.Pag. (min twee Sn), 9 C.Mr. (min een
S.) en 9 Bt.6 veld onmiddellijk marsvaardig maken, zodat op mijn bevel
afgemarcheerd kan worden. Marsweg als voor II-9 R.I. Volgorde: 9 C.Pag
, I-9 R.I., 9 C.Mr., Vbd.A., 9 Bt.6 veld. C.-I-9 R.I. zorgt voor achterhoede,
sterkte; een sectie.
-
II-6 R.A. marcheert op mijn bevel af naar Kerkbuurt. Marsweg als
boven.
Op last van kol. Kraak (C.-III Div.);
-
marcheerde III-9R.I. met 2s-9C-Pag omstreeks
10.30 uur naar Voorburg.
-
marcheerde II-12 R.I., versterkt met een sectie van
12 C.Mr., een sectie van 12 C.Pag. en 12 Bt.6 veld (min een S.) omstreeks 13.00 eveneens af naar Voorburg.
-
werd
I -12 R.I., versterkt
met een sectie van 12 Bt.6 veld en een sectie van 12
C.Mr., om 12.00 ter
beschikking gesteld aan de kantonnementscommandant te Haarlem.
Om 12.30 ontving Lt.Kol. Evenwel
bericht van majoor Elshof (C.-II-9 R.I.), dat zijn
bataljon afgemarcheerd was.
Evenwel
meldde om 12.35 aan C.-III Div., dat hij zijn cp.
verliet en zich verplaatste langs de bekende
marsweg.
Om 12.45 bezocht overste Evenwel de alarmplaats van II-6 R.A., waar hij
tot zijn verbazing inzage kreeg van een bevel van C.-III
Div., waaruit bleek dat aan II-6 R.A. een andere opdracht
was verstrekt en dat III-6 R.A. ingedeeld was bij 9 R.l
.
Om 13.08 zond overste Evenwel per motorordonnans bericht aan C.-III
Div. dat 9 R.l. (min III) verder afmarcheerde.
Om 14.10 ontving overste Evenwel een om 13.30 uur verzonden schriftelijk bevel
van kol. Kraak luidende ;
*
Dpl. sgt J.W. Nijholt 2s-MC-I-9R.I.
-
We rijden... door Heemstede.... door Bennebroek.....
Hillegom.... overal drommen mensen langs de weg,... door Lisse, we passeren
een afdeling bereden artillerie, door Sassenheim.... vliegtuigen in zicht!
Twee laagvliegende machines komen ons tegemoet. Zo laag vliegt geen vijand,
dat zijn vast eigen vliegtuigen! Natuurlijk, de vijand zal zich wel wachten
om zo dicht de grond te naderen. Daar hebben ze de kop van de colonne
bereikt.
DEKKEN!!... DEKKEN!!
Drie voorwerpen hebben zich van de voorste machine losgemaakt en vallen,
langzaam verticaal oprichtend, naar beneden. Plotseling drie hevige
explosies... geluid van rinkelend glas... gillende mensen... denderende
motoren van een vliegtuig dat door een bocht wordt getrokken... knetteren
van een vliegtuigmitrailleur, die dood en verderf zaait onder alles wat nog
leeft in de ruïne, die de bommen zoeven hebben aangericht.
Drie bommen zijn gevallen, de eerste was een voltreffer op een bus van de 1e
Compagnie, waarin een dertigtal soldaten een plaats hadden gevonden....
Het is oorlog, wij zijn soldaten en hebben de vijand ontmoet!
De colonne komt tot stilstand, de brandende autobus verspert de weg. Enkele hebben zich wonder boven wonder vrijwel ongedeerd uit het voertuig
in veiligheid kunnen brengen.... maar het vliegtuig had ook een mitrailleur
aan boord...!
Venijnig knetterend ontploffen de patronen, welke de soldaten, die in de bus
bleven in hun tassen hadden..... elke ontploffing verminkt hun lichamen
heviger en wat de explosies verzuimen , nemen de vlammen gretig voor hun
rekening.
In de volgwagen, achter de getroffen bus zat een burger
chauffeur achter het stuurrad. Hij droeg geen helm, want hij was een
burgerchauffeur. Nog geen uur nadat hij zijn bus in beweging had gebracht,
was hij door een bomscherf uit het leven weggerukt.
Op de voorgaande auto, een platte laadbak, hadden enige soldaten een plaats
gekregen. Eén van hen zat tegen de cabine geleund een sigaret te roken, tot
het moment, dat een scherf zijn hoofd wegsloeg. Nog zit hij in dezelfde
houding, tegen de cabine geleund, de sigaret nog tussen zijn vingers brandt
nog! Het is oorlog.
Omstreeks 15.00 werd de colonne van I-9R.I. nabij de
Postbrug aangevallen door vier Duitse vliegtuigen die een drietal bommen
afwierpen en met mitrailleurs vuurden met het noodlottige gevolg dat
van 1-I-9 R.I. achttien man werden
gedood
en dertig gewond, terwijl vier vrachtauto's en vijf lichte mitrailleurs
verloren gingen.
Eén van de militairen in de bus, sgt. Rouke de Boer,
overleefde de aanval en werd naar het Academisch Ziekenhuis in Leiden
afgevoerd.
Henk Kors van het bedrijf "Internationale
Autobuslijndiensten Leo Kors" hierover;
-
De bussen werden practisch allemaal
gedirigeerd naar de Haarlemse Dreef. Daar werden ze opgesteld en gevuld met
militairen. 's Middags vertrokken zij richting Leiden. Voorop reed een bus
van ons en daarachter twee bussen van de fa. Stormvogels uit IJmuiden. Wat
de bestemming van de bussen was weet ik niet en werd ook niet medegedeeld.
Bij het wegrestaurant "de Uiver" te Sassenheim heeft men gestopt.
Later is de gehele colonne bij Sikkens de autosnelweg opgegaan. Toen ze deze
ongeveer 500 meter hadden gevolgd werd de colonne gebombardeerd. Uiteraard
de eerste bus kreeg een voltreffer met alle gevolgen van dien. De direct ter
plaatse gesneuvelde militairen, alsmede de burgerchauffeur werden naast de
weg in een bomkrater begraven. Als ik me goed herinner, waren dat ca. 20
militairen en de chauffeur. Andere bussen uit de colonne waren ook (zwaar)
beschadigd. De gewonden werden overgebracht naar ziekenhuizen in de omgeving
en diegenen die naderhand stierven werden begraven in Oegstgeest.
Uit het boek Oegstgeest in WO II;
-
Tussen Sassenheim en Oegstgeest, ter hoogte van de
Postbrug, merkt een Duits vliegtuig de colonnes op. Een beschieting volgt en
de manschappen zoeken dekking onder de trekkers, onder het viaduct, of
vluchten het open weiland in. Er is geen luchtafweergeschut; tevergeefs
tracht een aantal militairen met een lichte mitrailleur en het persoonlijk
wapen zich te verweren. Paarden van de Bereden Artillerie slaan op hol. Een
paard wordt dodelijk getroffen. Een wachtmeester begeeft zich naar de in
paniek geraakte paarden; hij wordt overreden en vindt de dood.
Het Duitse toestel is ter hoogte van Endegeest gedraaid en komt opnieuw
op de colonne af. Drie bommen worden uitgeworpen en één van de passerende
autobussen met militairen van het 1e Bataljon van het 9e Regiment Infanterie
wordt zwaar getroffen en vliegt in brand. De paniek is niet te beschrijven.
Er zijn 24 doden en 30 gewonden te betreuren. De slachtoffers worden naar
Leiden gebracht door het transportbedrijf Van der Luyt. Chauffeur Gerard
Blijleven zal dit transport nimmer uit zijn geheugen kunnen wissen. De
colonne van vaandrig Paul van Elsen zet de rit niet voort. De mannen worden
noch van eten, noch van drinken voorzien, en overnachten langs de weg.
Verbijsterde Oegstgeestenaren nemen later kennis van de ramp, die zich
voltrok bij de Postbrug, dicht bij de tweede tramhalte voorbij het Groene
Kerkje, op de grens Oegstgeest/Sassenheim. Het uitgebrande skelet van de bus
blijft achter als een stille getuige. De aanblik ervan brengt de
Oegstgeestenaren, die de zaak in ogenschouw nemen, in een deplorabele
stemming.
De bataljonsarts Dr. Rauwerda van I-9RI :
-
Toen wij ter hoogte van Leiden waren gekomen werd de colonne van
terzijde benaderd door een Duits vliegtuig dat een bom wierp op een
autobus met ongeveer 20 soldaten. Deze autobus reed op korte afstand
voor onze auto. Voor de autobus reed een vrachtauto die ook geraakt
werd. De autobus met soldaten vloog in brand en de soldaten moeten
direct bewusteloos zijn geworden ten gevolge van de zogenaamde "shell-shock".
Dit alles speelde zich in enkele seconden af. Hoewel we spoedig bij de
brandende autobus waren was het niet mogelijk de bus te openen en
moesten we toezien dat de soldaten in de brandende bus omkwamen. Door de
"shell-shock" en hun bewusteloosheid hebben de soldaten
waarschijnlijk een pijnloze dood gehad.
Uit de vrachtauto die voor de autobus reed werd om hulp geroepen en ik
zag een soldaat wiens hoofd voor een deel aan de zijkant was afgerukt.
Ik herinner me niet precies hoeveel gewonden werden verzorgd. Deze
werden aan de kant van de weg gelegd. Vervolgens werd de vrachtauto, die
voor de autobus reed, gebruikt om enkele gewonden naar het Academisch
ziekenhuis te Leiden te brengen. De chauffeur van deze vrachtauto was
onvindbaar, zodat ik als chauffeur ben opgetreden en de vrachtauto naar
het Academisch ziekenhuis heb gereden.
Later werd er bij de plek des onheil een monument geplaatst ter
herinnering aan de slachtoffers
De bij het bus-bombardement omgekomen militairen werden in een bomtrechter in een weiland bij de Postbrug begraven. De gewonden
werden naar Leiden vervoerd.
Na aankomst bij het Oegstgeesterkanaal nam het bataljon een verdedigende
opstelling in op de noordoever ter weerszijden van de autoweg.
*
Om 14.30 werd van kolonel Kraak bevel
ontvangen op te rukken naar Noordwijk aan Zee en eventueel daar aanwezige
vijand in zee te werpen. Deze gaf de opdracht
naar aanleiding van een bericht van overste Buurman, dat bij Noordwijk
parachutisten zouden zijn geland, waardoor 4 R.l. in de rug werd
bedreigd.
Het bataljon
marcheerde omstreeks 16.00 met veiligheidsmaatregelen af via Piet Gijzenbrug
naar Noordwijk Binnen, waar bleek dat zich geen vijand aldaar of te
Noordwijk aan Zee bevond.
Dpl. sgt J.W. Nijholt 2s-MC-I-9R.I.;
-
We slaan linksaf. Onze weg voert naar Noordwijk, waar weer halt wordt
gehouden. De auto's worden onder de bomen gereden en de troep mag rusten.
De troep gáát rusten; links en rechts liggen de jongens uitgebreid te
pitten. Een motorfiets komt aanjakkeren. Natuurlijk wordt hij aangehouden.
Het is een luitenant van een vreemd onderdeel, die vertelt, dat in de
duinen achter Noordwijk parachutisten zijn gedaald. Ook hier
parachutisten, overal zitten blijkbaar parachutisten, achter elke boom kan
wel een parachutist staan! Een patrouille wordt uitgezonden, onder
commando van een eerste luitenant, een halfbloed, die geen vrees kent.
Kruipend en sluipend verdwijnen de mannen, de wapens gereed.... Onverricht
terzake keren ze terug, niets te vinden. Een angstige twijfel tegenover
ieder en alles wat we niet kennen, blijft echter, als een vage beklemming
over ons hangen. Parachutisten....
Omstreeks 20.30 ging het bataljon tot rust
over met de 1e Compagnie bij Offem en de rest van het bataljon te Noordwijk
aan Zee.
In de loop van dag en avond meldden zich
Majoor Swing (C.-III-6R.A)., kapitein van Dulmen Krumpelman (C.-3M.C).
en kapitein Meurs (C.-1-III Bat.Pag.) op de regimentscommandopost.
3-MC werd tot dicht achter het Oegstgeesterkanaal aangetrokken.
1-III Bat.Pag. bleef voorlopig bij de spoorwegovergang
tussen Sassenheim en Kerkbuurt.
C. -15 M.C., wiens compagnie op bevel van C.-III Div. omstreeks 13.00
van Hillegom naar Warmond was afgemarcheerd, meldde zich omstreeks 19.00
bij C.-9 R.I., die hem opdroeg zijn compagnie te doen verplaatsen naar
het Oegstgeesterkanaal.
Kort voor
15.00 gaf hij aan C.-III-12 R.l. een desbetreffend bevel, dat onder
meer als te volgen marsweg Santpoort -Overveen-Ruigenhoek vermeldde.
Aangezien III -12 R.I. sinds de vroege ochtend belast was met de afsluiting
van de toegangen tot Santpoort in verband met gemelde landingen van
parachutisten te Zandvoort, duurde het tot omstreeks 17.00 voor het
bataljon afmarcheerde. Tijdens de mars werd Lisse in plaats van Noordwijkerhout
als einddoel opgegeven, waar het bataljon tussen 20.30 en 21.00 aankwam.
De drie pelotons van 2 Comp.Lu.Mitr.
stonden op 10 Mei in stelling te Bloemendaal, Heemstede en Bennebroek.
Zij verschoten op die dag in totaal 132 brisantgranaten. Het peloton
te Bloemendaal schoot met zekerheid een Duitse bommenwerper omlaag.
II-9R.I.
II-9R.I. was bezig met de afmars naar de Kerkbuurt te Oegstgeest. Omstreeks
14.00 u kreeg ook majoor Elshof, C.-II-9RI in Bennebroek de opdracht van C.-III-Div. zich naar
Noordwijk aan Zee te begeven en de daar aanwezige vijand in zee te werpen. Vijanden werden
aldaar niet waargenomen. Het bataljon ging te 20.30 u in rust en kreeg gedeeltelijk te eten uit
de keukenwagens.
Omstreeks 21.30 u. kreeg majoor Elshof van overste Buurman de opdracht af te
marcheren naar Katwijk aan Zee en daar bevelen af te wachten. Het bataljon werd toegevoegd
aan 4R.I.
In drie slagen werd II-9R.I. daar naar overgebracht. Aangezien bij duisternis moest worden
gereden was dit vervoer zeer tijdrovend. Op 11 mei, Omstreeks 04.00 u, was
het zeer vermoeide bataljon, zonder die dag van eten te zijn voorzien,
aangekomen in Katwijk aan Zee.
In de late avond werd II-9 R.I. onder de bevelen gesteld van overste
Buurman (C.-4 R.I.). Omstreeks 23.00 uur had de bataljonscommandant
een bespreking met Buurman op diens commandopost alwaar hem de opdracht
werd verstrekt:
En zo verging het de derde divisie deze
hectische dag.
****
Het strijdtoneel. Kaart van de Rijksstraatweg vanaf Wassenaar tot aan de
Haagsche Schouw.
Verdere acties van 1-R.H.M. in
Wassenaar en directe omgeving
Aangezien 1 R.H.M. tegen de vijandelijke parachutisten ten
noorden van Wassenaar was ingezet, had de Commandant Vesting Holland het
regiment niet meer als snel verplaatsbare reserve beschikbaar. Om het
weer als zodanig tot zijn beschikking te krijgen, werd aan de Commandant
Ie Legerkorps opdracht gegeven een compagnie van het Depotbataljon
Grenadiers zo snel mogelijk van Den Haag naar Wassenaar zenden. Deze compagnie arriveerde omstreeks 11.30 uur in Wassenaar
en kreeg daarna van C.-1 R.H.M. opdracht vermoedelijk op het
landgoed Zuidwijk aanwezige vijandelijke parachutisten aan te vallen en
te vernietigen en vervolgens het landgoed te bezetten. Bij het
doorzoeken van Zuidwijk bleken daar echter geen vijandelijke
parachutisten aanwezig te zijn. Omstreeks 18.00 uur gaf C.-1 R.H.M.
de compagnie bevel om vanuit Zuidwijk in westelijke richting op te
rukken en het terrein tussen Maaldrift en Wassenaar van vijand te
zuiveren. Door vijandelijk vuur, dat uit de richting van
Haagse Schouw en uit een blok huizen op Maaldrift werd afgegeven,
kon echter niet voorwaarts worden gegaan. Aangezien de door de
compagniescommandant ter ondersteuning aangevraagde zware mitrailleurs
niet beschikbaar waren, werd 2-E.Pag.-1 R.H.M. ter beschikking
gesteld. Deze sectie kreeg vervolgens opdracht het huizenblok onder vuur
te nemen, waartoe de vuurmonden eerst onder vijandelijk vuur naar de
overzijde van de rijksweg moesten worden verplaatst. In een verklaring
bracht een toenmalige stukscommandant, wachtmeester W. van de Groep,
dit later naar voren:
"Om de stukken bij Zuidwijk in
stelling te brengen moesten wij de Rijksweg, die onder zwaar vuur lag,
oversteken. Er was moed voor nodig. Samen met de twee schutters en nog een
huzaar heb ik de stukken naar de overzijde van de weg gebracht. De overige
bedieningsmanschappen waren op dat moment uit angst achtergebleven. Met Van Vugt
ben ik als eerste de weg overgestoken. Met een fouragestrik hebben wij het
eerste stuk naar ons toegetrokken. Het tweede stuk is op dezelfde wijze
overgebracht door Timmerman en de andere huzaar. De stukken hadden geen
schilden. Bij het oversteken van de weg hebben wij geen treffers gehad."
Vervolgens werden de vuurmonden in stelling gebracht en de huizen
onder vuur genomen, zodat de vijand hieruit werd verdreven.
2-E.Pag.-1 R.H.M. nam hierna een opstelling in ten noorden van Den Deijl. In de loop van de middag werden enige laag overkomende
vijandelijke vliegtuigen waargenomen. Na een daartoe aan wachtmeester
Van de Groep gedaan verzoek kregen de schutters van beide stukken, de
dienstplichtige huzaren J. Timmerman en H. van Vught, toestemming het
vuur op deze vliegtuigen te openen. Daarbij slaagden zij erin om twee
toestellen neer te halen. 2-E.Pag.-1 R.H.M. kreeg omstreeks
19.00 uur bevel om zich weer bij het eskadron aan te sluiten.
Wachtmeester Van de Groep en de huzaren Timmerman en Van Vught werden
voor hun optreden tijdens deze eerste oorlogsdag onderscheiden met het
Bronzen Kruis.
Inmiddels had C.-1 R.H.M. omstreeks 16.00 uur aan C.-M.E.-1 R.H.M.
opdracht gegeven zich met het eskadron op de Spelderslaan in Wassenaar
bij Kapt. de Kruijff van Dorssen van het Luchtvaartbedrijf te melden. Van deze kapitein werd vernomen dat de
vijand zich tussen de westrand van Duinrell en de Wassenaarse Slag en in
de omgeving van de watertoren en park De Kievit had genesteld. C.-M.E.-1 R.H.M.
kreeg opdracht bij de westrand van Duinrell in stelling te gaan om de
vijand het verder doordringen onmogelijk te maken. Bij de verplaatsing
naar de aangewezen stelling, die bijna een uur vergde, kwam een sectie
onder vijandelijk vuur; verliezen deden zich echter niet voor. Nadat in
stelling was gekomen ontstond een vuurgevecht waarbij de vijand
verliezen werden toegebracht, maar ook aan eigen zijde enige gewonden
vielen. De vijand was vervolgens in de richting van de watertoren
uitgeweken. C.-2-2-1 R.H.M., kornet T. van Renterghem, die nog
steeds met een gedeelte van zijn peloton bij C.-M.E.-1 R.H.M. was
aangesloten, kreeg bevel om het beboste terrein in de omgeving van de
watertoren te verkennen en een daar aanwezige vijandelijke mitrailleur
uit te schakelen.
Hij herinnert zich deze verkenning.
Inmiddels hadden 1-E.Pag.-1 R.H.M. en S.Mr.-1 R.H.M.
opdracht gekregen zich naar de brug in de Schouwweg te begeven en zich
daar bij C.-M.E.-1 R.H.M. te melden. Deze secties werden aan de
Storm van ‘s Gravesandeweg in stelling gebracht, waarna de
watertoren en het omliggende terrein onder vuur werden genomen. C.-1-E.Pag.-1 R.H.M., 2e luitenant A.W.F. von
Balluseck,
vermeldde in zijn gevechtsverslag:
-
"Contact opgenomen met C.-M.E., die zich in een dicht
beboscht terrein bevond en voortdurend goed gericht vuur van een
vijandelijke lichte mitrailleur ontvangt, zoodat de cp. slechts in
een snelle loop te bereiken en te verlaten was. Daar ter plaatse was
geen vuur met pag. mogelijk. In overleg met C.-M.E. is vanaf de
Storm van Gravezandelaan met bg. op de watertoren en het daarnaast
gelegen duinterrein gevuurd (afstand plm. 900 m) waarbij met
zekerheid 2 treffers onder de naar de watertoren toeloopende vijand
werden geplaatst door korp. Helmsing. Tevens was mij opgedragen de
mortieren van 8 in te schieten op de duinrand naast de watertoren om
daar eventueel te kunnen steunen. De bg. van de mortieren van 8
bleek een zeer groote brisante werking te hebben en het wapen droeg
zeer zuiver."
In verband met de melding van het oprukken van eigen troepen moest
het vuur na enige tijd worden gestaakt. In de loop van de avond
bereikten Nederlandse troepen de watertoren, die verlaten werd
aangetroffen. M.E.-1 R.H.M., 2-2-1 R.H.M., 1-E.Pag.-1 R.H.M. en
S.Mr.-1 R.H.M. werden ‘s avonds
verplaatst naar de Rijksstraatweg, waar tot legering werd overgegaan.
Naast de eerder genoemde compagnie Grenadiers waren op bevel van de
Commandant Vesting Holland in de loop van de middag delen van het 1e
Regiment Infanterie, van het Depotbataljon Grenadiers en van het
Depotbataljon Jagers naar Wassenaar verplaatst, waaraan door
C.-1 R.H.M. de bewaking van de noordelijke en noordwestelijke rand
van Wassenaar werd opgedragen. Voorts was in de namiddag het 6e eskadron
van het 3e Regiment Huzaren in Wassenaar aangekomen, dat met de
afsluiting van de rijksweg Den Haag-Leiden werd belast.
De verzamelde regimentstrein
De treinen van 1 R.H.M. waren met uitzondering van de
gevechtstreinen, die bij de eskadrons bleven, direct na het uitbreken
van de vijandelijkheden bij het raadhuis De Paauw verzameld. Omstreeks
9.00 uur werd de verzamelde regimentstrein verplaatst naar de
Rijksstraatweg en naar aanleiding van de binnenkomende gevechtsberichten
om circa 12.00 uur naar het landgoed Wittenburg.
*
Algemeen.
Alle drie de vliegvelden die de Duitsers in eerste instantie
in handen hadden gekregen (Ypenburg, Valkenburg en Ockenburg), hadden
zij moeten prijsgeven.
De batterijen en pelotons luchtafweer hebben in
de omgeving van Rotterdam en Den Haag niet minder dan 69 Duitse vliegtuigen neergeschoten. De omgeving van de residentie lijkt op veel
plaatsen op een vliegtuigkerkhof.
Situatie bij Valkenburg
Om 20.30 uur verzond de commandant van de 2e Duitse luchtvloot,
Kesselring, het volgende bericht:
-
"Luchtlandingen op de plaatsen Katwijk, Kijkduin en Ypenburg
zijn blijkbaar door sterke grond- en luchtafweer van de tegenstander
grotendeels mislukt. Van de gevechtseskaders voor bijzondere opdrachten
(Kgr z.b.V.) 9,
11, 12 en I/KGr. 172 is op geringe restanten na niets teruggekeerd."
Dit waren drie van de vier groepen waaruit de Duitse luchttransportvloot
was samengesteld. Van de vierde groep keerden na de eerste vlucht
dertien van drieënvijftig machines terug.
Van 'Kampgruppe zur besondere Verwendung 9' waren 55 toestellen bij
Fall Gelb opgestegen, twee kregen er motorstoring en keerden terug, 53
vlogen Nederland binnen; daarvan werden er 10 op weg naar Ypenburg en
Ockenburg neergeschoten. Van de resterende, 43, die allen in de buurt
van Den Haag landden stegen er weer 15 op, één met de
oorspronkelijke lading weer aan boord. Van die 15 slaagden er 13 in
hun thuisbasis te bereiken.
Boven. Autoweg Delft - Rotterdam.
In de avond van de
10e mei lagen ongeveer 200 transportvliegtuigen
verbrand of vleugellam in de Vesting Holland. De vijand was samengedrongen
op een aantal plaatsen die, op de autoweg Delft-Rotterdam na, geen
enkele militaire betekenis meer hadden. De herovering van de vliegvelden
op de Duitsers zou een unicum blijven in de tweede wereldoorlog.
Ruim 1600 krijgsgevangenen vielen in Nederlandse handen. Voorts grote hoeveelheden
oorlogsmateriaal waarbij veel wapens en munitie. Van deze krijgsbuit
hebben Nederlandse rekruten dankbaar gebruik gemaakt. Vele van
de slecht uitgeruste depotcompagnieën hebben er hun bewapening mee
kunnen moderniseren.
Het hoofdkwartier was optimistisch gestemd over het verloop van deze dag.
Op last van de opperbevelhebber deed kolonel Kraak een
dagorder
van de koningin naar zijn divisie uitgaan.
*
Te Velde.
In de loop van de nacht en de ochtend van 11 mei kwamen steeds meer Nederlandse troepen
aan rondom het vliegveld,
depottroepen uit Leiden en Den Haag, regimenten infanterie en
artillerie van de 3e divisie vanuit Noord
Holland en de verwarring was er groot. Meermalen werd op elkander
geschoten. Die verwarring werd trouwens nog aangewakkerd doordat
zich ten westen van Wassenaar enkele honderden gewapende Duitsers
in de duinen bevonden. ; parachutisten en inzittenden van Duitse vliegtuigen die op
het
strand geland
waren; men wist niet hoeveel het er waren (350
man), evenmin waar zij zich precies bevonden, nog minder wat voor
acties zij van plan waren te ondernemen. En hoe kon men ze tijdig
herkennen? Elke Nederlandse soldaat had middels geruchten vernomen dat luchtlandingstroepen
misbruik maakten van het Nederlandse uniform. Ook werd men gewaarschuwd tegen indringers die zich
hadden verkleed als postbeambten en Haagse politieagenten.
Van alle troepen van de 3e Divisie vochten alleen het
4R.I. en het II Dep. Inf. op min of meer bekend terrein. In de
mobilisatietijd werden er door de bovengenoemde eenheden regelmatig
oefeningen gehouden. Voor de rest van de infanterie eenheden gold dat
de gewone soldaat meestal geen idee had wat de taak was van zijn groep of bataljon in dit
voor hem onbekende terrein.
***
Op of nabij het vliegveld waren op 10 mei geland:
LANDINGSTIJD |
EENHEID |
|
|
TOTAAL |
04.50 uur |
6.FJR2 min een zug |
Kp truppe=12, 2xsectie=76, sMG=24 |
|
112 |
idem |
3.FJR2 |
Mogelijk 1 zug |
|
36 |
idem |
4.FJR2 |
Mogelijk 1 JU52 |
|
12 |
idem |
1 JU van I/KGzbV
172 ten westen van Katwijk aan Zee in zee gestort. |
3.Zug 6./FJR2 |
|
-12 |
05.20 uur |
Staf IR47 |
|
|
30 |
|
9, 10 en 12 Komp IR |
|
|
390 tot 420 |
|
Staf III.IR47 |
|
|
12 |
|
Vliegtuig bemanning |
57 maal 3 man |
|
171 |
|
7 JU52 van KGzbV12 |
6.IR65 en 8.IR65 |
|
112 tot 126 |
09.25 uur |
3 uit 9 JU's |
IR47 |
Ten zuiden van het vliegveld
geland.
|
48 tot 54 |
|
Vliegtuig bemanning |
3 maal 3 man |
|
9 |
Totaal |
|
|
|
920 tot 970 |
Van het van 22.ID voor Valkenburg bestemde personeel van
2900 man bereikte nog geen derde deel daadwerkelijk het aanvalsdoel.
* Na de gedwongen ontruiming van het vliegveld ten
gevolge van het Nederlandse artillerievuur, zetten het gros van III-IR47, waarbij ook de gewonde Oberst Heyser
(C.-IR47) zich bevond, alsmede een
honderdtal manschappen van 6. en 8.IR65, die in plaats van op
Ypenburg op Valkenburg waren geland, zich vast in en rondom het dorp
Valkenburg, terwijl delen van de 6e Compagnie valschermjagers,
staf-II-IR47, geheel 5-IR47, en delen van van 6 en 7-IR47 (ongeveer 350 man) zich onder Oberleutnant Voigt in het duinterrein noordwest
van Wassenaar bleven ophouden.
Het aantal gesneuvelde Duitsers bij Valkenburg op 10 mei 1940 moet om
en nabij de 56 man bedragen. Het aantal gewonde Duitsers is niet
nauwkeurig vast te stellen. Met de capitulatie lagen 147 gewonde
Duitsers in de Leidse ziekenhuizen. Aangenomen moet worden dat het
gros op 10 mei gewond is geraakt.
Hoewel dus geen der concrete doeleinden door de
overvallers was bereikt, had hun optreden ten gevolge dat bijna het
gehele 1e Legerkorps tegen hen was ingezet en dus niet meer beschikbaar was
voor eventuele verplaatsing naar meer bedreigde frontgedeelten.
Bovendien werden er troepen van het veldleger verplaatst naar het hart des
lands om de Duitsers in de Vesting Holland te bestrijden.
Gen. Bock, ( C.-Heeeresgruppe B )
-
Die meldungen über den Erfolg
unserer Luftlandingen in Holland sind unklar, in vollum Umfange sind
sie anscheinend nicht geglückt: zwei Fallschermbataillonen aber ist
es gelungen, die Moerdijker Brücke zu bestezen: das ist zunächst
einmal die Hauptsache.
< 10 mei
deel 4 | 11 mei
>
|