TERUG

 

 

Res. Lt. Gompelman

4e Reserve Grens Compagnie te Wassenaar.

Aan het westelijke einde van de Wassenaarse Slag bevond zich een kustdetachement ter sterkte van één tirailleursectie van 4 Res.G.C., welke compagnie onder bevel stond van C.-Gr.Leiden van W.Fr.-Vg.H. Dit detachement had tot taak, de kust ter weerszijden van de Wassenaarse Slag te bewaken en vijandelijke landingen uit de zee of uit de lucht te melden en te bestrijden.

Sinds 3.00 was de alarmopstelling ingenomen, hetgeen inhield, dat zich slechts één tirailleurgroep, onder sgt Broeksema in de gevechtopstelling bevond, terwijl de beide andere groepen waren opgelost in wachten en patrouilles langs het strand en in de duinen. De sectiecommandant, de res.lt. Gompelman, bevond zich ongeveer 1 km landinwaarts aan de Wassenaarse Slag in hotel Duinoord. Omstreeks 6.45 landden 12 á 15 Duitse transportvliegtuigen op het strand N.O. van pl. 92. Aangezien zich geen enkele hindernis op het strand bevond en dit gedeelte niet onder vuur lag, deden zich daarbij aan Duitse zijde geen ongevallen voor en werden geen verliezen geleden.

lt. Gompelman ontving omtrent deze landing telefonisch bericht van sgt Broeksema, die zich in de stelling bevond en die tevens om versterking verzocht. Aangezien Gompelman niet over enige reserve beschikte, kon hij aan dat verzoek niet voldoen. Wel trachtte hij zoveel mogelijk personeel van de patrouilles en wachten te laten verzamelen bij zijn commandopost.

Terwijl hij hiermede bezig was, drong de gelande vijand, ter sterkte van ongeveer 200 man, de duinen binnen.

lt. Gompelman, die intussen enig personeel had weten te verzamelen, rukte daarmee in westelijke richting op doch geraakte al spoedig onder vuur, waarna hij opdracht gaf terug te gaan op de oostrand van de vlakte bij Hotel Duinoord, waar opnieuw stelling werd genomen. Een aantal manschappen vloeide echter terug naar Wassenaar.
Lt. Gompelman;

  • De tegenstander, die blijkbaar niet op de hoogte was van onze sterkte, bleef in de duinreep hangen. Enkele uren duurde deze toestand. Toen kregen wij vuur in de rug. Ik was overtuigd dat we ingesloten waren. Twee verkenners die ik voor onderzoek naar achteren had gestuurd, kwamen terug met de schokkende mededeling dat we werden beschoten door de Huzaren Motorrijders die in Wassenaar gelegerd waren. Ze hadden ons voor de vijand aangezien."

De vijand begaf zich niet op de Wassenaarse Slag, doch verplaatste zich door de duinen ter weerszijden daarvan en liet het detachement bij Duinoord ongemoeid. Het detachement, waarbij zich nog het geniepersoneel en enkele matrozen van de M.K.W.post hadden aangesloten, bleef ter plaatse tot omstreeks 15.00, toen van C. -1RHM bevel werd ontvangen met spoed terug te trekken en zich te melden bij C.-M.E.-1RHM nabij Rijksdorp.

Theeschenkerij Duinoord.

In de loop van de avond zette een sectie van 1R.I. en de manschappen van de 4e Res. G.C. onder leiding van commandant J.G. Gompelman een aanval in op de watertoren.
Luitenant Gompelman:

  • De kruiptocht naar de watertoren vond plaats door een greppel, die langs een pad liep, iets uit de richting van de watertoren. Aangezien het pad aan de linkerzijde was voorzien van struiken, kon mijn groep vanaf de watertoren niet worden waargenomen. Ik kroop voor mijn mannen uit, hun de opdracht gevend, mij met tussenruimte te volgen. Opeens zag ik uit een zijgreppel, rechts van mij en zo'n 50 meter voor mij, twee huzaren-motorrijder kruipen, die hun weg vervolgden door rechts af te slaan en voor mij uit in de richting van de watertoren gingen. Zij hadden niet geconstateerd dat links van hun een open stuk in de heg was. Toen ze daar voorbij kropen, werd er vanaf de watertoren geschoten en raakte één van de huzaren zwaar gewond. Wij konden niet voorwaarts, voordat de Rode Kruis soldaten zich over de slachtoffers hadden ontfermd. Ik gaf nadien mijn manschappen de opdracht, stuk voor stuk met tussenruimte, snel langs de opening te kruipen. Dit verliep zonder moeilijkheden. Toen we tenslotte de watertoren bereikten, bleek, de toren verlaten te zijn. Behalve de uitgezette posten, werden de manschappen ondergebracht in de gevorderde villa van de familie Pander in de Jagerslaan. Van daaruit werden elke dag en nacht patrouilles ondernomen onder mijn persoonlijke leiding, in het gebied rondom de watertoren en in de nabijgelegen straten. Er was geen vijand meer te bekennen.