III-16 R I. naar Den Haag.
Beschouwen we thans nog het Ille Bataljon, verminderd met het gedeelte, dat de voorposten Asschat vormde.
Reeds op 10 Mei, te 13.00, ontving de commandant, de Reserve majoor H. THYS van C.-20 R.I. de mededeeling, dat zijn Bat. op auto's van het IVe
Autobataljon zoo spoedig mogelijk moest worden verplaatst naar Leiden, alwaar na aankomst zijn troep, na
verstrekking van een warmen maaltijd, te 22.00 in het aangewezen stadsgedeelte werd ingekwartierd.
Te 24.00 werd nieuwe opdracht ontvangen. „Zaterdag 11 Mei 2.00 uur het
Bataljon verzamelen en per rijwiel afmarcheeren naar Den Haag (Haagsche
bosch), teneinde het noordelijk deel hiervan te zuiveren van aldaar gesignaleerde
parachutisten."
In het zuidelijk deel had II-20 R.I. dezelfde opdracht.
11 Mei te ongeveer 5.00 ter plaatse aangekomen, werd van den vijand niets
waargenomen, noch bleek deze er geweest te zijn.
Te 12.00 werd een nieuwe opdracht ontvangen van C.-20 R.I.: „Uitgangsstelling
innemen in de lijn Den Haag—Scheveningen op rechtervleugel (midden II-20 R.I.,
li. 12 R.I.), om vandaar in N.O. richting op te rukken door het duinterrein
via Meyendell-Bierlap-Kyfhoek. Ten N. van Wassenaarsche Slag zal
9 R.I. oprukken in Z. richting".
Nadat de uitgangsstelling was ingenomen, werd echter niet opgerukt, omdat
II-20 R.I. werd teruggenomen voor een actie in een stadswijk van Den Haag.
Om 16.15 rukte het bataljon, versterkt met onderdeden van 12 R.I., in het
opgegeven vak, vergroot met dat van II-20 R.I., met de bevolen kompas-richting
op.
In het duinterrein werd geen enkel contact met den vijand verkregen. Intusschen
bleek, dat onderdeden van het Ie Depot Infanterie (Depot-bataljon
Grenadiers en depotbataljon Jagers) eveneens in het duinterrein patrouilleerden
*).
In den nanacht van 11/12 Mei, werd het bataljon verzameld en ondergebracht
in Wassenaar met cp. te park De Kievit.
12 Mei ongeveer 6.00 werd het bataljon onder rechtstreeksch bevel van C.-I L.K. gesteld, van wien opdracht werd ontvangen om het bataljon te verzamelen
bij Paleis „Huis ten Bosch", alwaar de cp. gevestigd werd.
De troep was door het heen en weertrekken zeer vermoeid.
Te 13.00 werd opdracht ontvangen om te verzamelen op den kunstweg Den
Haag—Wassenaar langs den duinrand en om 16.00, om den duinrand van kasteel
Voorlinde tot Jagershuis en Park de Kievit te bezetten.
Bij de uitvoering van deze opdracht is geen enkele maal op vijand gestuit.
13 Mei, 15.00 werd van C.-I L.K. opdracht ontvangen om langs de trambaan
Den Haag—Wassenaar sterke afdeelingen te zenden tot halte „de drie Papegaaien"
teneinde op te treden tegen gesignaleerden vijand, welke in de richting
van deze halte oprukte.
Aan deze opdracht is voldaan, doch ook daarbij geen contact met den vijand
verkregen.
*)
Voor den toestand op dien dag in het hier bedoelde duinterrein zie het artikel over de verrichtingen
van het I. Depot Infanterie in de Militaire Spectator van Augustus
1940, no. 8, blz. 348. Daaruit blijkt, dat de Commandant van dat Depot, na ontvangst van het
bericht, dat III-16-R.I. en II-20 R.I. in aantocht waren, voor een aanval op Meyendell, aan
zijn chef bericht gezonden heeft, dat die troepen geenszins noodig waren.
Red.
Intusschen moest voortdurend worden opgetreden tegen den invloed van
alarmeerende berichten en verwarringstichtende orders door rondrijdende ordonnansen
aan allerlei ondercommandanten uitgegeven en het uitgeven van
wachtwoorden, zonder dat daarvan officieele bevestiging werd verkregen.
In den namiddag van 14 Mei bombardement van vier vijandelijke bommenwerpers
in de onmiddellijke nabijheid van den commandopost en in den vooravond
bericht van de overgave.
Wanneer we dit relaas van III-16 R.I. lezen, moet ons de conclusie van het
hart, dat de verplaatsing van de reserves uit de Grebbestelling naar de omgeving
van Den Haag weinig zin heeft gehad.