TERUG

Res. Majoor J.J.N. Cramer.

C.-II-4R.I.

BRON: J.Vreeswijk.
(Opmars Nr. 10 1997)

 

C.II-4R.I.                                                 afschrift                                        cp., 23 Mei 1940.

 

GEVECHTSBERICHT VOOR DEN 10 EN Mei 1940.

Op den 10en Mei 1940, des morgens om 5.00, werd II-4R.I. gealarmeerd. Om 6.30 ontving ik het bevel zoo spoedig mogelijk af te marcheeren naar Katwijk a.d.Rijn, terwijl een comp. plus 1 sectie zw.mitr. ter beschikking van den B.C. gesteld moest worden.
Om 7.30 marcheerde II-4R.I. min 1-II en een sectie zw.mitr. af langs den Heerenweg. Onderweg kreeg ik van C.-4R.I. bevel aan te vallen op het vliegveld Valkenburg, alwaar Duitsche vliegtuigen en parachutisten waren gedaald. Daarna moest worden doorgestooten tot den Wassenaarsche Slag. Tevens werd mij in dat bevel medegedeeld, dat onze eigen artillerie het vliegveld met succes onder vuur had. Te Katwijk a.d. Rijn aangekomen, ontmoette ik C.-4R.I., die mij bevel gaf Katwijk a.d. Rijn te van vijand te zuiveren, waarop ik C.-2-II opdracht gaf, Katwijk a.d. Rijn in de richting van de Wassenaarsche weg te zuiveren en door te breken naar het Shellstation (28.40-66.90).
Aan C.3-II gaf ik opdracht de huizen O. van den Rijn te zuiveren en den brug over den Rijn, nabij Hotel de Roskam, te bezetten. Toen de huizen en de brug in mijn bezit waren gaf ik bevel aan C.-3-II het Seminarie te veroveren. Nadat dit geschied was, gaf ik bevel door te drukken over de trambrug naar den Korenmolen (28.58-66.90) en vervolgens op het Shell-station. Deze manoeuvre gelukte en kort daarop verscheen daar ook de 2e Comp. onder commando van den res.kapitein Sjouke.
In de lijn Kn.m-Shell-station vormde ik een uitgangsstelling. Intusschen had ik het bevel gekregen Valkenburg aan te vallen. Ik gaf daartoe het volgende bevel:

2-II onder den res.kapitein Sjouke marcheert langs Wassenaarsche weg naar het vliegveld en valt over dit vliegveld Valkenburg aan de W.zijde.
3-II onder res.kapitein Val, valt Valkenburg aan van de N.zijde langs den Valkenburgschenweg.
Ieder dezer compagnieen werd gesteund door een sectie zw.mitr. Ik zelf bevond mij bij de 3e Comp.
2-II is doorgestoten tot aan den W.rand van het vliegveld.
3-II is in Valkenburg doorgedrongen en is daarop beschoten door eigen artillerie, waarbij de res.kapitein Val door een granaatscherf werd verwond, en het commando niet meer kon voeren. De res.Luit. v. Galen nam het commando over en moest, daar hij van alle kanten vuur kreeg, ook van eigen troepen terugtrekken tot Br. (28.80-66.50).
Ik heb daar een tir.sectie plus 1 sectie zw.mitr. achtergelaten en heb de rest van de comp. opdracht gegeven langs den Wassenaarschen weg te marcheeren en op het vliegveld den aanval, die door 2-II zou geschieden, te ondersteunen. Op het vliegveld aangekomen ontving ik de opdracht van C.4R.I. terug te trekken en alsnog langs den Valkenburgschen weg den aanval te hernieuwen.
Bij de eerdergenoemde Kn.M. aangekomen, was de duisternis ingevallen en heb ik een strook bezet: 100m West van Shell-station - Kn.M. - trambrug over Rijn-brug over de Rijn aan de Zandlaan.
In de loop van den avond ontving ik het bericht,  dat 2-II niet meer onder mijn bevelen stond.
Een sectie van I-1R.I.,die zich op mijn marschweg bevond, heb ik aan het gevecht laten deelnemen. Niet wetende waar I-1R.I. zich bevond, is zij gedurende de rest van den strijd bij mijn bataljon gebleven. Ik heb deze sectie opdracht gegeven de Kalkzandsteenfabriek van vijand te zuiveren en daar een stelling in te nemen.

C.-II4R.I.
De res.majoor,
w.g.J.J.N.Cramer.


 Positie gegevens:

 1=Shellstation (28.40-66.90)
 2=Korenmolen (28.58-66.90)
 3=Luchtvaartloods (28.80-66.50)

 

C.II-4R.I.                                                 afschrift                                        cp., 23 Mei 1940.

GEVECHTSBERICHT VOOR DEN 11 EN Mei 1940.

II-4R.I. bevond zich bij het aanbreken van den dag in de stelling, die den vorigen avond bereikt was en wel aan den Z.kant van Katwijk a.d.Rijn.
Ik ontving het bevel den aanval op Valkenburg te hervatten. Na een korte inleidende beschieting gaf ik aan de 1e comp. min 2 secties, gesteund door 2 secties v.d.3 Comp. het bevel Valkenburg aan te vallen en de huizen aan de weg te doorzoeken. Een sectie zw.mitr. bleef in stelling in de lijn Kn.m - Shell-station, daar deze het geheele vliegveld en Valkenburg onder vuur nemen.
Met vrij groote snelheid werd voorwaarts gegaan tot aan den meergenoemde Br. op Valkenbursche weg. Aldaar aangekomen kreeg 3-II bevel voorwaarts op te rukken en de beide secties van 1-II zich door het terrein voorwaarts te begeven en Valkenburg in de flank aan te vallen. Tenslotte zijn wij tot midden in Valkenburg doorgedrongen en kwamen bij een dwarsstraat, die onder zw.mitr.vuur lag vanuit O.richting.
Verscheidene huizen waren tevens door den vijand bezet en ook van daaruit werd op ons gevuurd.
Toen ik achter een muurtje bezig was den aanval verder te regelen, werden wij beschoten door onze eigen artillerie en vielen de projectielen ongeveer tusschen onze eigen manschappen. Hiertegen was het moreel van de troep niet bestand en werd een "Sauve qui peut".
Bij den uitgang van Valkenburg hebben mijn Officieren en ik alsnog getracht 3-II te verzamelen, hetgeen na eenigen tijd gelukte en al strijdende tegen de oprukkende Duitschers zijn wij op onze uitgangsstelling teruggetrokken.

C.-II-4R.I.
De res.Majoor,
w.g. J.J.N.CRAMER


 

C.II-4R.I.                                                 afschrift                                        cp., 23 Mei 1940.

GEVECHTSBERICHT VOOR DEN 12en Mei 1940.

Deze dag is door mijn bataljon (min een comp. min 2 secties, min 2 secties zw.mitr.) Vermeerderd met 1 sectie van I-1R.I. en 50 man van 4e Dep. Ber.Art.; een stelling bezet, loopende van 100 m W. en 200 m Z. van Shell-station - Kn.m. -  Trambrug over den Rijn-brug over den Rijn aan de Zandlaan.

C.-II-4R.I.
De res.Majoor,
w.g. J.J.N.CRAMER.


 

C.II-4R.I.                                                 afschrift                                        cp., 23 Mei 1940.

GEVECHTSBERICHT VOOR DEN 13en Mei 1940.

De op 12 mei 1940 ingenomen stelling bleef bezet. Ziende, dat III-4R.I. bij de Pan in gevecht was met den vijand en alle beschikbare Duitsche troepen daarheen waren gedirigeerd, besloot ik alsnog Valkenburg aan te vallen.
Ik meldde den R.C. tot den aanval over te zullen gaan, waarop ik van dezen het bevel ontving dezen aanval onmiddellijk te staken en in mijn stelling te blijven.

C.-II-4R.I.
De res.Majoor,
w.g. J.J.N.CRAMER.


 

C.II-4R.I.                                                 afschrift                                        cp., 23 Mei 1940.

GEVECHTSBERICHT VOOR DEN 14en Mei 1940.

Op dezen dag in den vroegen morgen kwamen twee burgers uit Valkenburg in opdracht van den Duitschen Commandant om over diverse dingen te spreken o.m. om toestemming te verkrijgen voor afvoer van burgerbevolking. Beide burgers werden door mij doorgezonden naar den R.C. De burgers die reeds tot mijn stelling waren doorgedrongen heb ik 500 m. terug doen gaan.
In den loop van den morgen ontving ik bevel deze burgers te doen passeeren. Om 12.30 ontving ik bevel mij te melden te Oegstgeest bij den Divisie-Commandant, alwaar ik opdracht kreeg om met 2 secties en 1 sectie Pag. en 1 sectie mortieren een aanval te doen op de Albertushoeve, terwijl het Bataljon van Majoor van Tielrooy langs de Hoogeboomsche weg en Ruigelaan zou aanvallen op Albertushoeve en het Z.gedeelte daare van. De Divisie-Commandant gelastte, dat één mijner secties zou gaan tusschen aanvoer Kanaal en Wassenaarsche weg en de andere sectie zou gaan ter weerzijde van dezen weg. Bij den Wassenaarsche weg zou worden halt gehouden tot de inleidende beschieting der Artillerie, opgesteld op Maaldrift, zou zijn geëindigd. Dit art.vuur zou aanvang nemen om 17.00 uur.
Later werd dit gesteld op 18.00 uur. Om 15.00 was de bespreking bij den Divisie-Commandant geëindigd.
Ik heb voor de uitvoering van dit bevel aangewezen de 2e Comp. min 2 secties en deze secties onder commando gesteld van een daartoe door mij speciaal uitgezochte officieren met bevel met beide secties op te rukken langs de Wassenaarsche weg tot 3-sprong wegen (28.10-66.60).
Vervolgens met één sectie en één sectie mortieren te gaan door het duinterrein tusschen Aanvoerkanaal en Wassenaarsche weg en met de andere secties ter weerszijden van Wassenarsche weg. Ter hoogte van Wassenaarsche weg moest halt worden gehouden en de inleidende beschieting der Art. worden afgewacht.
De inleidende beschieting zou bestaan uit:

  1. inschieten

  2. inleidende beschieting

  3. 3 minuten rust

  4. 2 series van 4 schoten.

De re. sectie zou vervolgens doormarcheeren tot den Z.W.boschrand van de Pan en daarin stelling nemen en van daaruit onder vuur nemen alle vij.troepen, die zich daar mochten bevinden.
De li.sectie kreeg het bevel li. en re. van Wassenaarsche weg voorwaarts te gaan en Albertushoeve te nemen.
Om 15.30 gaf ik mijn  aan C.-2-II uit. Om 16.30 had de afmarsch plaats.
Kort na 18.00 kwam het bevel, dat de vijandelijkheden gestaakt moesten worden en keerden deze secties terug.

C.-II-4R.I.
De res.Majoor,
w.g. J.J.N.CRAMER.

A A N : C.-4 R.I.