Luitenant J. Nijbakker. SC1-2-I-4R.I. en wndC.-2-I-4R.I.
4e REGIMENT INFANTERIE.
Gevechtsbericht van luitenant NIJBAKKER.
10 Mei 1940. Nadat 2-I-4R.I. op 10 Mei 1940 des
morgens om 5.00 was gealarmeerd, werd onder co. van den eersten-luitenant
Bosgra, D.W. in gevechtsbepakking zonder overjas gemarcheerd naar villa
MARE NOSTRUM te Noordwijk a/Zee, alwaar de B.C., de Kapitein Dekker, het
Bat. toesprak en door de troep een driewerf "Hoezee" voor de
Koningin werd uitgebracht. Met de noodige veiligheidsmaatregelen werd
gemarcheerd langs het rijwielpad Katwijk a/Zee - Scheveningen, totdat ter
hoogte van het vliegveld Valkenburg werd halt gehouden.
Hier vloog een twintig-tal Junker transporttoestellen zeer laag over ons
heen, dat ofschoon heftig door onze mannen beschoten, ons slechts met een
enkele mitr. stoot onder vuur nam.
Orders werden uitgegeven. Ons Bat. moest het vliegveld, dat door Duitsche
troepen bezet was, heroveren. Onze comp. was li. vóórComp. Mijns.
li.vóórS., li. niet aangeleund, verband naar re. Ik deed mijn S. de
geopende vorm aannemen, twee groepen vóór, één middenachter; de
groepen in colonne. Halverwege vonden wij een uitkijk O.O., die de
beschieting van het vliegveld observeerde. Scherpe knallen en gefluit van
kogels wezen er op, dat hij van korten afstand onder pistoolvuur genomen
werd. een door mij uitgezonden patr. van de li.Gr. heeft niemand kunnen
vinden. De duinrand is aan de zijde van Wass. weg begroeid met een smalle
strook loofhout. Voor men op de weg komt vindt men nog eenige perceeltjes
cultuurgrond. Een Comp. van III-4R.I. was bezig zich in te graven in de
begroeide duinrand. Hier zagen we dat het ernst was: een doode en verder
op een gewonde Duitscher. Door mijn ordonnansen had ik doorloopend contact
met mijn C.C. Nu nam ik ook contact op met den C. van de in wording zijnde
stg. de Majoor Mallinckrodt. Deze deelde mij mede, dat de bedoelde Comp.
een aanval op het vliegveld had gedaan, doch met zware verliezen was
teruggetrokken, het voorterrein lag onder vij.vu. Hiervan zond ik bericht
aan mijn C.C., herstelde het verband in mijn S. en trok door genoemde stg.
tot aan de Wass.weg. Nu gingen wij onder bevel van Majoor Mallinckrodt
over tot een rechtstreekse aanval op het vliegveld.
Nadat de weg was overgestoken, kwamen we in een open weiland, waar ik mijn
groepen deed verspreiden en om de drang naar voren te bewaren, zelf het
vow. gaan van de re.Gr. leidde. Vooral een vij. lichte mitr. op onze re.
flank, hinderde ons. Een man van de li. Gr. D pl. Zwart, C. werd gewond.
Eerst nadat deze Mitr. opgeruimd was, kon het vliegveld stormenderhand
genomen worden, onder de weergalooze bezielende leiding van den Majoor
Mallinckrodt, die hierbij vooraan ging. De Duitsche bezetting week uit
naar Valkenburg, van waar zij op ons bleef vuren.
Ook werden wij door een viertal vliegtuigen onder vu.
genomen. Het laatste gedeelte van het terrein was doorsneden met slooten,
welke deels doorwaad, deels overgesprongen werden. Vóór en op het
vliegveldvonden wij gedoode parachutisten, gesneuvelde Nederlandsche
soldaten en vele geweren, pistolen en M.G.s door den vij. achtergelaten.
Van den Maj. kreeg ik bevel twee loodsen te bezetten, front Noord, daarna
om stg. te nemen in de schuttersputten aan de N.W. rand van het vliegveld.
Hier werd een man van een andere Comp. die zich bij mijn S. gevoegd had,
in het gezicht gewond. Daar zich hier steeds meer vu. concentreerde heb ik
ter plaatse een nieuwe stg., front N., doen innemen. Inmiddels had de
Korp. Mollers en de soldaat Le Clerq de Nederlandse vlag weer op één der
loodsen geheschen. Door inslaande projectielen van onze mortieren werd
soldaat Bierman gewond. Onze C.C. de Lt. Bosgra, was reeds bij het begin
van de aanval zwaar gewond. de Comp. was verspreid over het vliegveld met
verschillende opdrachten.
De maaltijd werd in de stelling genuttigd, gedurende de duisternis bleven
piketten bij de mitr. waakzaam. Te pl.m. 22.30 kreeg ik bevel het
vliegveld te verlaten. Ook de andere Compn. werden op de toegangsweg
verzameld. De vij. belichtte herhaalde malen het terrein met lichtkogels
en schoot met lichtspoormunitie.
Voor mij ging de M.C. en achter mij moest op 100 m. de 3e Comp. volgen. Ik
kreeg de opdracht den B.C. te volgen; door de duisternis was het verband
echter spoedig verloren. Een ordonnans met bericht voor de 3e Comp., dat
we op de verkeerde weg waren en terug moesten keeren, heb ik doorgezonden
naar den B.C. Inmiddels was ik met mijn Comp. aangekomen bij den Wass.weg
waar mij achtereenvolgens passeerden M.C.-II, Mr. Comp., Bt.6 Veld, allen
van 4R.I., marcheerde in de ri. van Wassenaarse Slag. Ik heb toen
ordonnansen uitgezonden om te zoeken naar de rijwielen die bij den aanval
op het vliegveld hier waren achtergelaten om contact op te nemen met den
B.C. Zij kwamen onverrichter zaken terug. Hieruit concludeerde ik dat
St.-I-4R.I. ook naar de Wass.Slag was afgemarcheerd.
Om geen tijd te verliezen, te meer, daar onze opstelling op den openbaren
weg door het schijnsel van vij. lichtkogels e.d. zeer duidelijk zichtbaar
was, besloot ik eveneens den weg naar de Wass.Slag in te slaan, en daar
opnieuw contact op te nemen. Tijdens de nu volgende marsch schoot de vij.
herhaalde malen telkens drie lichtspoorkogels af, evenwijdig aan onze
marschrichting. Bij het snijpunt Wass.weg - Wass.Slag aangekomen, liet ik
de vooruit gezonden beveiliging de wegen naar O. en naar het N.
afsluiten.
Zelf marcheerde ik re. af de Wass.Slag op en trof daar direct aan de Lt.
Broens met zijn Mr.S. die eveneens contact zocht met St.-I-4R.I. Hem liet
ik een S. ter bescherming achter.
De rest van de Comp. stelde ik op in de tuinen van villa's aan de re. kant
van de weg, waar de begroeiing iets verder doorliep dan aan de li. kant,
waar de Mr.Comp. bevond.
Een ordonnans en later den Sergt. -toegevoegd Ham zond ik
uit voor verbinding o.a. met de Comp. die achter mij had moeten
aansluiten. Zij konden echter niets van 4R.I. ontdekken. Wel marcheerde
mij even later I-1R.I. voorbij en nam een treinafd. plaats tusschen de
Mr.Comp. en mijn opstelling. Kort hierop begon het lichter te worden en
hoorden wij ploseling een heftig schieten in de ri. waarheen I-1R.I.
gemarcheerd was. Ook bij ons sloegen eenige kogels in. Daar wij slechts
geweer- en Mitr.vu. hoorden en niet scherpe knallen van Duitsche M.G.
kregen wij den indruk, dat eigen troepen op elkaar schoten, dat 4R.i. door
de duinen opmarcheerde en door 1R.I. onder vu. genomen werd.
Deze meening werd versterk, doordat we in het heetst van de strijd
2x verzamelen hoorden blazen, als wilde men te kennen geven, dat er eigen
troepen zich in het voorterrein bevonden.
In kleine groepjes en individueel vluchtte 1R.I. langs onze opstelling,
die nu als een golfbreker in het terrein overbleef. Een kapitein met een
schampschot langs het hoofd deelde mij mede dat de Majoor en de Dokter
gesneuveld waren. Onze stg. wilde ik zoo lang mogelijk behouden om de
opmarsch van 4R.I., dat ik nog steeds verwachtte, te dekken en de
Duitschers te beletten door te stooten. Dit geschiedde echter niet, wel
verschenen zij op de afzanderij li. van de weg, en opende van daaruit het
vu.
Hierdoor werd de sergt. Lambinon doodelijk getroffen. Daar de rest van de
Comp. zich door de vlucht van 1R.I. een eindweegs had laten meeslepen, en
ik daardoor een omsingeling vreesde, ben ik spronsgewijze
teruggetrokken, den Sergt. Lambinon onder verzorging achterlatenden.
Mijn bezetting van de Driesprong was inmiddels afgelost door den
Vaandrig Meijer van I-1R.I.
Met 2 ordonnansen inspecteerde ik de nieuwe opstelling van de Comp.
Halverwege Wassenaar had de Vaandrig Hilhorst zich met zijn S. ingegraven.
Langs den weg stonden Zw.Mitrs. gedekt door infanteristen en
gecamoufleerd. een groep onder Sergt. Doornbos had stg. genomen in een
groot Wasserij aan de N.W.hoek van Wassenaar.
Het was toen 7.00 in den ochtend. Van Lt. Venema in Wassenaar kreeg ik
schriftelijk bevel terug te trekken op de barricade's bij café
"de oude Hoeve" in de Zuijlen van Nijeveldstraat. Hier namen we
stg. front N. Er zouden nog Duitschers in Wassenaar zijn. Om deze te
verdrijven deed ik mijn Comp. gaan in geopende formatie door de straten
van "de oude Hoeve" naar voorgenoemde wasscherij. Hier vernam ik
van burgers, dat 2 Duitschers aldaar om burger kleeding hadden gevraagd.
Zij hadden dit niet gegeven. Op hun aanwijzing zette ik de achtervolging
voort tot een eindweegs langs de Oostdorperweg, na de Comp. in kleine
patrs. verdeeld te hebben, en doorzocht alle huizen, die daarvoor in
aanmerking kwamen, evenwel zonder resultaat.
Hierna deed ik de geheele Comp. opstelling nemen in- en om
de wasserij, vanwaar ik een prachtig uitzicht had in het voorterrein.
Van hieruit zond ik den Sergt. toegevoegd Ham en den soldaat Kaspers,C.
die zich hiertoe vrijwillig aanmeldde, om met alle middelen die hun ten
dienste stonden, contact op te nemen met I-4R.I. Op mijn aanwijzing hebben
zij een auto gehuurd van den heer Stemerdink, die zelf als chauffeur
meeging. Later vernam ik van deze, dat zij ter hoogte van Albertus Hoeve
door een Duitsche wacht waren aangehouden. De militairen sprongen uit de
auto en openden het vu. Doordat de tegenpartij veel sterker was en Kaspers
aan het hoofd gewond werd, moesten zij zich gevangen geven. De heer
Stemerdink werd den volgenden dag weer vrijgelaten. 's Avonds werd de
Wasserij bezet door Zw.Mitrs. en nam onze Comp. stg. achter de barricade's
bij de Oude Hoeve, waar ik mij stelde onder co. van den Kapitein Houbolt.
Vooral 's nachts werd van hieruit herhaalde malen patr. geloopen. De
volgenden avond kreeg ik opdracht met mijn Comp. de stg. van den Kapitein
van Heiningen Nanninga aan den Storm van Gravenzandenlaan te versterken,
front W.
Van hieruit werd dikwijls patr. geloopen in het landgoed Duinrell, waarbij
geconstateerd werd, dat de Duitschers stg. betrokken hadden op de
afzanderij op de Wass.Slag en met motor verband hielden met Albertus-Hof.
Na de capitulatie bleek mij, dat daar ook tfn. verbindingen lagen. Wij
werden nu ook voorzien van handgranaten en in de menage opgenomen van de
5e en 6e Depôt-Comp. der Gr., die eveneens in stg. aan de storm van
Gravenzandenlaan lagen. Door mij werd li. contact opgenomen met de Comp.,
die bij de Kerk van Wassenaar stg. genomen hadden. Op den 15en Mei werd
het bevel gegeven grondlappen gereed te houden om de frontlijn aan te
geven aan Engelse vliegtuigen, die de vij. stellingen zouden bombarderen.
Zij zijn echter niet gekomen.
Volgens mededeeling van burgers hadden de parachute troepen veel van ons
vu. te lijden gehad, vooral van onze zwaardere wapens.
Ook zouden zij gebrek gekregen hebben aan levensmiddelen. Het was dan ook
een bittere teleurstelling, dat wij op 15 Mei de wapens neer moesten
leggen. Dien nacht heb ik mijn menschen ondergebracht in de manege van
Wassenaar, waar wij op den zolder in hooi en stroo geslapen hebben. Den
volgenden dag heb ik de Comp. met een vrachtwagen en een autobus doen
vervoeren naar Noordwijk en de kwartieren doen betrekken.
Tfn. kreeg ik bevel, mij naar de cantine te Katwijk te begeven, waar ik
mij met de Comp. bij den B.C. gemeld heb.
Te Noordwijk, 10 Juni 1940.
De eerste-Luitenant:
J.A. Nijbakker.
Noot F.O.
Kapitein Houbolt was C.-5-Dep.Bat.Gr.
Kapitein van Heiningen Nanninga was C-6-Dep.Bat.Gr.