TERUG

Kpl W.J. van Enter.

2-MC-III-4R.I..

BRON : Sectie Militaire Geschiedenis Koninklijke Landmacht.

 

Uittreksel van de verklaring van de sergeant W.J. Van Enter, destijds dpl. korporaal bij M.C.-III-4R.I., laatstelijk tijdelijk Reserve 1e Luitenant voor Algemene Dienst in Indonesië bij 3-4-11R.I., thans gedemobiliseerd, momenteel zonder beroep, - adres - , afgelegd in de 403e Vergadering van de Commissie Militaire Onderscheidingen d.d. 25 September 1950.

In 1940 was mijn compagniescommandant Kapitein Verleun. Majoor Mallinckrodt was B.C. Kapitein Verleun heb ik in de oorlogsdagen niet gezien. Ons onderdeel is m.i. te vlug teruggegaan.
Op 10 Mei zijn wij van het Seminarie te Katwijk/Rijn, waar wij ons bevonden, met de mitrailleurs op de wagens naar Katwijk/Binnen gegaan. Vandaar met afgelegde stukken opgerukt tot voorbij het Shellstation. Daar werden wij opgevangen door Majoor Mallinckrodt en het terrein ingestuurd in de richting van het vliegveld. Op ± 150 meter van de weg zijn wij in stelling gekomen met het front naar het vliegveld, omdat wij vuur ontvingen van schuin links voor ons.
De compagnie bestond uit 3 secties onder de Luitenants Haagsma en Haverman en de Vdg. Bangert. De 4e sectie bevond zich bij het uitbreken van de oorlog op het vliegveld.
Onze opdracht luidde oprukken naar het vliegveld om hulp te bieden aan onze sectie die daar zat. Het was niet bekend wat het lot was van deze sectie.
Ik heb vrijwillig toestemming gevraagd om op patrouille te mogen om het vliegveld te verkennen. Dit werd toegestaan. Ik ben alleen voorwaarts gegaan. Onderweg ontmoette ik een officier met een paar man, die vanaf de Wassenaarse weg kwamen. Hij vroeg mij waar de lijn van de eigen troepen was, omdat hij daarheen wilde.
Ik heb hem deze gewezen en aan onze compagnie, die mijn bewegingen volgde, een teken gegeven dat hij van de eigen troepen was.
De luitenant wees mij een kist in het voorterrein, waar in zich een pantsergeweer met munitie en een kijker bevonden. Ik ben er heen gegaan en heb het wapen met munitie in een sloot gegooid, terwijl ik de kijker heb meegenomen. Door de kijker heb ik het voorterrein waargenomen en ik zag door de kijker Duitsers in front. Nadat ik een schets van de situatie had gemaakt, ben ik teruggegaan naar de compagnie. Inmiddels hadden deze onder zwaar mortiervuur gelegen. Hierdoor zijn enige mensen gesneuveld. Voor zover ik heb kunnen nagaan, was het zwaar vuur geweest. Eén granaat was midden in de compagnie boven op een stuk terecht gekomen.
Later werden troepen waargenomen op de weg Katwijk/Binnen - Valkenburg. Ik ben er alleen op af gegaan om te verkennen. Ik ben tot ± 100 m. voor de genoemde weg geweest. Ik zag, dat het Duitse troepen waren, die oprukten in de richting van het dorp Valkenburg. Terwijl ik deze verkenning uitvoerde, ontving ik vuur vanuit de richting van het munitiedepot dat langs de Duitse opmarsweg was gelegen.
Een uur later werden op deze weg weer troepen waargenomen. Ik ben er weer op afgegaan. Deze maal bleken het eigen troepen te zijn. Ik heb de commandant gemeld wat ik eerder had waargenomen.

Enige tijd later waren er eigen troepen op de Wassenaarse weg. Door een misverstand zijn de eigen troepen onderling slaags geraakt. Kapitein Verleun, die aanvankelijk in zijn cp. op de rechtervleugel van de compagnie had gezeten, bevond zich bij deze eigen troepen. Hij deelde mij mede, dat hij hulp was gaan halen, waarmee hij nu aankwam. De kapitein gaf bevel aan onze compagnie om terug te gaan naar de duinen ten westen van de watertoren. Ik heb dit bevel doorgegeven aan lt. Haverman, die het uitvoerde. De mannen wilden overhaast terrug gaan met achterlating van alles. Ik heb met het pistool in de hand de mensen gedwongen terug te gaan en hun wapens en uitrusting op te halen. Dit is mij gelukt. Lt Haverman heeft hierbij niet veel gedaan.
Met Luit. Haverman heb ik nog een achtergelaten zware mitrailleur opgehaald.
Op een of ander manier bereikte ons het bericht dat Majoor Mallinckrodt op het vliegveld zat. De Majoor vroeg waar onze compagnie bleef. Ik heb mij vrijwillig aangeboden om naar de Majoor te gaan. Ik vond hem tussen de hangaars op het vliegveld en heb orders voor onze compagnie gevraagd. De majoor gaf opdracht dat de compagnie zo snel mogelijk naar het vliegveld moest komen.
Bij het begin van het vliegveld heb ik de aalmoezenier en de Veldprediker aangetroffen, die blijkbaar met de Majoor waren meegegaan.
Het bevel van de Majoor heb ik aan Kapitein Verleun overgebracht.
Ik heb de Kapitein aangeraden te wachten tot het donker werd, daar wij op de open weg met de compagnie veel vuur konden verwachten. De Kapitein heeft dit voorstel aangenomen en wij zijn tegen donker opgerukt. Op het vliegveld werden wij verzameld in een van de hangaars A1 of A3.
Toen wij er goed en wel waren, gaf Majoor Mallinckrodt opdracht dat het vliegveld ontruimd moest worden. Wij hebben de opstelling ingenomen waar wij 's middags hadden gezeten.
Ook de volgende dagen heb ik verschillende verkenningen uitgevoerd.