BRON :HERDENKINGSUITGAVE NR1. VER.
OUD-STRIJDERS V.M. 4R.I.
Res. Kapitein J.C. Wagtendonk.
Kapt. adj-4R.I.
U BELT . . - . WIJ SCHIETEN
De commando-post 4 R.I. gonsde de morgen van de tweede oorlogsdag van
de geruchten. Wilde geruchten? De meesten konden direct op hun waarheid
getoetst worden en verdwenen veelal linea recta in de prullemand; van
anderen kon alleen de toekomst uitmaken of zij met de werkelijkheid
overeenstemden.
Meneer, ik heb horen zeggen.... ; Overste, ik heb gezien.... en nu denk ik
.... Kapitein, ik kwam een soldaat tegen en die zei .... Iedereen dacht,
iedereen wist te vertellen, iedereen méénde nog wat hij zei ook!
Onder al die verhalen was er één, dat steeds weer opdook en steeds
hardnekkiger werd De Duitsers zouden het gemeentehuis te Valkenburg bezet
hebben, en het gebruiken als Commandopost. Officieel was er echter nog
niets gemeld en of het dus waar was.... ?? De Kapitein-adjudant steunde
zijn hoofd op de handen. Hoe kon men binnen dekortst mogelijke
tijd te weten komen, hoe de vork In de steel zat? Hoe kan men zich
zekerheid verschaffen? Een ordonnans? Een patrouille?
Tot hij plotseling die ingeving kreeg, tot hij eensklaps tegen die
oplossing aanblunderde, die de eenvoud had van een droge boterham, de
aantrekkelijkheid van een "Sweet seventeen".
Vóór hem op zijn bureau prijkte dof-zwart een telefoontoestel. Wat
was gemakkelijker dan de hoorn oppakken en draaien?! De telefoon-juffrouw
zou hem verbinden met, het gemeentehuis: hoorde hij Duitsers antwoorden,
dan was het In Duitse handen, hoorde hij Nederlanders antwoorden, dan was
het in Nederlandse handen. De aanwezigen in de commandopost wisten niet zo
gauw wat ze ervan moesten denken.
"Ja goed", merkte men op, "maar wat doe je als je zo'n
mof aan het toestel krijgt?" "Dat weet ik nog niet", was
het antwoord, In het Duits antwoorden misschien, of de hoorn
ophangen."
Lang werd er echter niet over gepraat en na enkele ogenblikken had men
het postkantoor aan de lijn. Hier stuitte onze kapitein evenwel op de
eerste moeilijkheid. De juffrouw was het gerucht, dat de Duitsers in het
gemeentehuis zaten kennelijk ter ore gekomen, en weigerde aanvankelijk
pertinent de gevraagde verbinding tot stand te brengen. Bang voor
represailles of geheime wapens?
Het zal wel onbekend blijven en het doet er hier verder ook niet toe;
maar het kostte overredingskracht en zelfs bevelen voor zij het over haar
hart kon verkrijgen de kapitein zijn, zin te geven.
En daar was dan het gemeentehuis Valkenburg! Maar daar was ook alles
mee gezegd, want ondanks een paar krachtige "Halo's" zweeg de
andere kant in alle talen.
Zou het niemandsland zijn? Maar waarom kreeg men dan niet "Geen
gehoor"? De kapitein luisterde!
Tot zijn mond plotseling open viel van verbazing, en hij met een kort
handgebaar verdere vragen in de commandopost afsneed. Want er was geen
twijfel aan of er wèrd gesproken aan de andere kant; en er was tevens
geen twijfel aan of het was Duits. En toen ging hem een licht op; toen
werd de zaak hem zonneklaar.
"De andere kant" gaf wel gehoor, maar men kon terecht
betwijfelen of "de andere kant" wel zo erg op dat gehoor gesteld
zou zijn. In ieder geval begreep de kapitein wel, dat áls ze er niet op
gesteld waren, ze slechts de hoorn van de telefoon, die kennelijk door
onachtzaamheid náást het toestel lag, weer op de haak hoefden te leggen.
Maar wat hem betrof behoefden ze geen haast te maken met een dergelijke
operatie, want de operaties waar de twee of meer Duitsers zo opgewekt en
vooral zo hard over zaten te praten, kwamen hem op dit ogenblik veel
belangrijker voor. De kapitein luisterde. De mond half open, zijn ogen
strak op een punt gevestigd. Ingespannen luisterde hij.
En daar was reden voor. Want duidelijk of hij naast de heren stond,
vertelden zij hem, dat in een schuur tegenover het gemeentehuis een
mitrailleur-opstelling diende te komen, teneinde vuur te kunnen uitbrengen
over de Rijn. De kapitein wist genoeg. Snel legde hij de hoorn weer op het
toestel en vertelde de Overste wat hij gehoord had. De rest was
kinderspel.
Binnen de kortst mogelijke tijd werd de artillerie verwittigd en tot op
de dag van vandaag zullen de Duitsers, die het overleefd hebben, zich nog
wel afvragen waar toch zo bliksems gauw al dat vuur vandaan kwam, toen zij
hun opstellingsterrein bereikten.
Want dát ze dat kregen hoorde de kapitein later van de eigenaar der
schuur, een bollenkweker uit Valkenburg.
"Meneer", vertelde hij, "de Moffen zaten nog niet In die
schuur of de hel brak los. Ik weet niet of en hoeveel er nog ontkomen
zijn, maar het zullen er in ieder geval maar een bedroevend klein beetje
geweest zijn. Hoe wisten jullie In vredèsnaam zo gauw en zo precies waar
die kerels zaten?"
Toen de zaak hem uitgelegd was zweeg hij even in oprechte verbazing.
"Zo'n telefoon toch" was zijn enige opmerking!!