In antwoord op Uw schrijven van 18 Maart 1942 bericht ik U dat, hoewel
kort na de capitulatie van de Vg.H. door,C,-15 Depot Batt., de majoor van
Weenen reeds toentertijd te Leiden een samenstelling de gevechtsberichten
van de gebeurtenissen om en nabij de Haagsche Schouw van 10-15 mei 1940,
gelast is geworden en toen door mij een, zij ‘tzeer sober,
bericht werd samengesteld en ingediend ik niet te min thans gaarne aan Uw
verzoek voldoe, en een uitvoerig verslag, voor zoover mij dit nu nog
mogelijk is, wil opmaken.
Zij ‘tmij echter vergund, er wel op te mogen wijzen, dat mij
nog weinig positieve gegevens ter beschikking staan, zooals schriftelijke
bevelen, schetsen, apelboekjes e.d.. daar die vrijwel geheel verloren
zijn gegaan, zoodat ik mij geheel moet verlaten op mijn herinnering en
niet voor de nauwkeurigheid der tijdstippen der verschillende voorvallen
meer kan instaan.
Aan
den Luit.Kol.v.d.Gen.Staf
D.A. van Hilten
v.Blankenburgstraat 15
‘s Gravenhage.
0p 8 Mei 1940:
Vanuit Breda in Leiden aangekomen, werd de S.Kaderopleiding, Lichting 1940
II, welke onder mijn bevel stond, van de 4e Comp.-15e Dep.Bat. naar de 5e
Comp,15e Dep.Bat. overgeplaatst, daar 4-15 Dep.Bat. naar Utrecht
doorreisde.
C--5-15 Dep-Bat. was de res-Kapitein Kok P.
Bij de S-kaderopl. werd toen ingedeeld de S.M.I. Hurkens, zoodat bij
aanvang der oorlogsgebeurtenissen de S-kaderopl. bestond uit: 1 Off. 1
S.M., 2 dpl.serg. en 30 g.d. De beide sergeanten waren: serg. Boersma en
serg. Toledo.
5-15 Dep.Bat. werd ondergebracht in de Lagere school aan de Paul
Krugerstraat te Leiden. Uitgangspunt en eindpunt der gevechtshandelingen.
Op 10 Mei 1940, ca 5 uur gewekt door de doffe knallen van
luchtdoelartillerie, spoedde ik mij van mijn hotel naar de 5e compagnie in
de Paul Krugerstr, waar allen reeds op de been en gekleed waren. Talrijke
Duitsche vliegtuigen vlogen over de stad heen, en van het dak van het
nabijgelegen Mil-Hosp., werd met mitrailleurs op deze vliegtuigen
geschoten.
Nadat C.-II-Dep-Inf., de Luitenant Kolonel Sieperda, eveneens in de
Paul Krugerstraat was gearriveerd, de officieren had doen verzamelen en
instructies had gegeven, ontving ik van C-5-15 Dep.Bat. ongeveer het
volgende mondelinge bevel:
Van den vijand bekend: Parachutisten zijn neergedaald in de richting
Haagsche Schouw en Valkenburg. Sterkte onbekend. Taak van 5-15 Dep.Bat.,
Het tot stand brengen van de gevechtsaanraking. Marschweg van 5-15
Dep.Bat., :P.Krugerstraat - Morschstr. - Hooge Morschweg - (Haagsche
Schouw) - Rhijnhofweg - (Valkenburg) - (Oegstgeest). S. kaderopleiding
vormt beweeglijke flankdekking ter beveiliging van de re-flank van
5-15 Dep.Bat C.-flankdekking is 2e
luitenant Zwerver. Marschweg flankdekking: P. Kruggerstraat -
Morschstraat - Lage morschweg - groote verkeersweg Haarlem-Den Haag -
(Rijnsburg) - Oegstgeest). Voortdurend verband onderhouden met C- -15
Dep.Bat. In het byzonder in de lijn groote verkeersweg Haarlem-den Haag
verband opnemen.
Van andere eigen troepen niets bekend.
Munitie per man 120 S. No.1 en 4 gevulde trommels voor 1 mitr.M.20.
Brood en koffie voor afmarsch uit te deelen. Afmarsch bevel C.-5-15
Dep.Bat.
Ca. 7.30 uur marcheerde S.Kaderopl. af, eerst op grooten afstand
gevolgd door 5-15 Dep.Bat. totaal ingedeelde vuurwapenen bij S. kaderopl.:
1 mitr.M.20, 30 geweren, 2 pistolen. Groepeering in drie groepen. Bij
groep onder S.M. Hurkens werden 4 rijwielen ingedeeld voor
ordonnansendienst. In verband met vliegerwaarneming dadelijk in de
Morschstr. afst. en tusschenruimte vergroot en langs de huizen opgerukt.
desondanks bij overschrijding van spoorwegovergang aan de Lage Morschweg
door overvliegende Duitsche bommenwerpers gemitrailleerd. geen gekwetsten.
Onder de burgerbevolking, die als bij vredesmanoeuvre stond te kijken,
werd een vrouw gedood. Op den Lage Morschweg t.o.z. van woonwagenkamp
tijdelijk halt gehouden om te wachten op terugkeer van uitgestuurde ord.
op wr. met bericht dat 5-15 Dep.Bat. snijpunt spoorweg Leiden - Den Haag
met Hooge Morschweg zou hebben bereikt.
Vóórdat S-kaderopleiding weer in beweging kwam werd zij gepasseerd door
een S.zw.mitr., naar ik meen van 6-15 Dep.Bat. en afd. tirailleurs
ongeveer ter sterkte van een compagnie, zoodat zich nu eigen troepen voor
ons bevonden. Na terugkeer van bovengemelde ordonnans door gemarcheerd en
zonder eenigen tegenstand den grooten verkeersweg Haarlem - Den Haag
bereikt. Hier op driesprong van wegen haltgehouden, stelling genomen, een
2e ord. naar C.-5-15 Dep.Bat. gestuurd (tevoren was halverwege nog een ord.
gestuurd, die nog niet terug was.), een zij-patrouille uitgestuurd via den
grooten verkeersweg naar de Haagsche Schouw om na contact gemaakt te
hebben met C-5-15 Dep.Bat. onmiddellijk langs den zelfde weg terug te
keeren. ( De ordonnansen waren per wr. via Lage- en Hooge Morschweg
gezonden met opdracht na afgifte bericht dat opgegeven punt zonder
tegenstand was bereikt, onmiddellijk terug te keeren.)
Zeer laag over den weg vliegende trage J.U. transporttoestellen, die in de
richting vliegveld Valkenburg vlogen onder mitr.-vuur genomen. Hoewel met
zekerheid getroffen, (een der toestellen vertoonde daar rookontvikkeling)
vlogen ze ongestoord door om te landen.
Intusschen verstreek de tijd zonder dat iets van de uitgestuurde
ordonnansen of patr. werd terug gezien. Het contact met de ons gepasseerde
eigen troepenafd., die via grooten verkeersweg in de richting Rijnsburg
waren, verdwenen, was reeds lang verloren. Ook de derde ordonnans per wr.
uitgezonden via Lage- en Hooge Morschweg naar C-5-15 Dep.Bat. met de
uitdrukkelijken opdracht, na zoo snel mogelijk bericht afgegeven te hebben
(dat S.Kaderopl. driesprong van wegen reeds sedert langen tijd had
bereikt) onmiddellijk terug moest keeren. kwam niet binnen de voor hem
uitgestippelde tijd terug. Tijdens den opmarsch naar den grooten
verkeersweg had de patrouille in het zijterrein tusschen Lage- en Hooge
Morschweg voorzoover daar boschperceeltjes en hooischuren in waren
onderzocht en geen weerstand ondervonden, noch iets van een vijandelijken
weerstand gemerkt aan de Hooge Morschweg. Voorts bestond het terrein uit
geheel open weiland zoodat de Hooge Morschweg, van onze marschroute 'uit,
te zien was.In den beginne werden wel enkele schoten gehoord uit de
richting van de Haagsche Schouw, maar sedert geruimen tijd reeds was niets
meer uit die richting gehoord of gezien geworden.
Mijn overtuiging was, dat mocht 5-15 Dep.Bat. op een vijandelijken
weerstand gestooten zijn, deze toch slechts kon wezen achter de brug van
de Haagsche Schouw, in Z. en W. richting omdat wij anders het gevecht zeker
hadden moeten hebben opgemerkt. Ik besloot derhalve niet nog langer te
wachten, (‘t was toen ongeveer middag geworden) en met de Haagsche
Schouw als middelpunt een omtrekkende beweging te maken. De beste route
hiertoe moest bij gebrek aan iedere kaart in het terrein gezocht morden.
Zoo werd langs den grooten verkeersweg Haarlem - den Haag, richting
Rijnsburg opgerukt en vervolgens zonder eenigen tegenstand de boerderij
Veldheim, links van den grooten weg Haarlem - den Haag bezet. Van hieruit
werd een patr. door het open weiland naar de steenfabriek van DE RIDDER
& CO aan den Ouden Rijn gestuurd. Eerst toen kwam een der uitgestuurde
ordonnansen van C.-5-15 Dep.Bat. terug. (Op driesprong Lage Morschweg -
groote verkeersweg Haarlem - den Haag was een verbindingsman achtergelaten
om terugkeerende ordonnansen en patr. op te vangen).
Het bericht luidde dat 5-15 Dep.Bat. bij de Haagsche Schouw op vij.
weerstand was gestooten en tot staan was gebracht. Ik stuurde deze ord.
dadelijk weer terug naar C.-5-15 Dep.Bat. om mijn laatste positie op te
geven en nadere instructies te vragen. Depatr. naar de steenfabr.
Van DE RIDDER & CO meldde dat deze onbezet was, maar dat zij vrij
hevig vuur ontvangen hadden van de overkant van den Ouden Rijn, naar zij
meenden uit de richting Valkenburg en Haagsche Schouw.
Ondertusschen was ook een S.zw-mitr. van 6-15 Dep.Bat. op de boerderij
Veldheim gearriveerd onder den 2e Luit. Botden en had stelling genomen in
den moestuin li. van de boerderij (zie schets 1).
Om ca. 15.00uur
werd boerderij Veldheim onverwachts door een Duitsche bommenwerper
gebombardeerd. De vier afgeworpen bommen troffen echter geen doel en
vielen ca. 30 m naast de gebouwen in het open weiland. Er waren geen
gekwetsten. Later bleek echter, hoewel ik dit eerst niet kon gelooven,
dat de S.M. Hurkens aan "shell shock" leed en onder geneeskundig
toezicht gesteld moest worden. De S. kaderopl. werd nu weer als van ouds
geheel in 2 groepen gegroepeerd.
De ord. naar C-5-15 Dep.Bat. keerde nu terug met het bericht dat 5-15
Dep.Bat. bij de Haagsche Schouw tot staan was gebracht door het vuur een
vijandelijke opstelling, die vermoed werd te zijn op de begraafplaats
Rhijnhof. Aan S.kaderopl. werd nu opgedragen het boschperceel van
begraafplaats Rhijnhof vanuit boerderij Veldheim aan te vallen. Inmiddels
waren echter op de dijk, tusschen begraafplaats Rhijnhof en de
steenfabriek van DE RIDDER & CO- militairen waargenomen, die zich in
de richting van de steenfabriek bewogen. Door de groote afstand en 't
gemis van een veldkijker kon hun nationaliteit echter niet worden
vastgesteld (wij bezaten geen kaartkompas en veldkijker) Het laatste
vormde echter de grootste handicap, omdat het terrein eenigszins bekend
was door de oefenmarschen, gehouden in den zomer van 1939, toen het 15e Dep.Bat. te Leiden was
gelegerd. Hoewel dus, in overeenstemming met het bericht van C-5-1 5 Dep-Bat., dit de Duitschers
moesten zijn uit begraafpl. Rhijnhof, die dan klaarblijkelijk terugtrokken
op de steenfabriek, waren toch zoowel de 2e Luit-Botden als ik van meening
dat het toch Nederlanders maren, te oordeelen naar de wijze van
terreinwinnen en hun houding, en we besloten geen vuur op hen te openen.
De afstand: boerderij Veldheim-Boschperceel (begraafpl. Rhijnhof) was ca
800 m. geheel open weiland, doorsneden met slooten. Deze ongunstige
voorwaarde voor die aanval zou echter ernstig worden, indien in de
steenfabriek toch Duitschers zouden zitten.
Waren 't de Nederlandsche troepen dan zouden zij te lusten krijgen van
het zw.mitr.vuur op de steenfabriek, waarmede de 2e Lt. Botden mijn aanval
zou ondersteunen. Bovendien zou de S-kaderopl. dan ook nog met eigen
troepen slaags raken op de begraafplaats. Dit alles deed mij besluiten
niet dadelijk den aanval uit te voeren, maar den ordonnans terug te sturen
met het bericht dat militairen van onbekende nationaliteit bij den
steenfabriek waren gezien en dat de S-kaderopl. in verband met de onzekere
situatie (verduidelijkt met schets 1) over een bepaalde tijd, ik meen ca.
16.00 zou aanvallen.
Inderdaad kwam de ordonnans van C-5-15 Dep.Bat. binnen deze tijd terug
met het bericht dat de aanval op begraafpl. Rhijnhof' niet moest worden
uitgevoerd; dat eigen troepen de steenfabriek van De RIDDER hadden bezet;
dat S-kaderopl. stelling boerderij Veldheim tot nader order moest blijven
bezetten. Met behulp van geleende schoppen werd nu ingegraven. Op de
steenfabriek werd tegen den avond goedliggend, waarschijnlijk inschietvuur
van een Duitsche mortier waargenomen.
Tegen 't vallen der duisternis werd bevel ontvangen van C-5-15 Dep.Bat.
om stelling boerderij Veldheim te verlaten en een nieuwe stelling te
betrekken aan den grooten verkeersweg Haarlem - Den Haag. 500 m. Z. van brug
van Haagsche Schouw met opdracht: Afsluiten van grooten verkeersweg Den
Haag - Haarlem, tevens toegang tot viersprong van wegen en brug bij
Haagsche Schouw en 6-15 Dep.Bat. op li. flank te beveiligen. S.kaderopl.
werd onder bevel gesteld van C.-6-15 Dep.Bat., den res.kapt.
Epkema. Bij de verplaatsing werd op de brug bij Haagsche Schouw en op
groote verkeersweg den Haag - Haarlem, Z. van Haagsche Schouw eenigen
hinder ondervonden van vij.mitr. en geweervuur vanuit het vliegveld
Valkenburg. In volslagen duisternis werd nu doorgemarcheerd richting Den
Haag en stelling genomen bij het 1e huizencomplex W. van den Haagweg, met
front naar den Haag. De verder door gestuurde patr. in front maakte geen
contact met vij. of eigen troepen. Ook bij persoonlijke
verkenning van het terrein geen andere troepen opgemerkt. Vanaf de brug
bij Haagsche Schouw tot voorbij huizencomplex, bij onze stelling, was den
geheelen weg bezet met achtergelaten en deels kapot geschoten en
uitgebrande auto's, motorrijwielen en rijwielen. Het vij.mitr. en gew.vuur
van het vliegveld Valkenburg, dat klaarblijkelijk overdag op de grooten
verkeersweg ingeschoten was nam steeds meer in hevigheid toe en duurde den
geheelen nacht door. Het huizencomplex op onzen re.flank vormde hier tegen
een goede dekking. Door den vij. werd hierbij gebruik gemaakt van
lichtspoormunitie en soms van max. afstand geschoten, te zien aan het
neerkomen van matte kogels. Tegen 't aanbreken van den dag werd dit vuur
gestaakt om gedurende het geheele verloop der vijf oorlogsdagen niet meer
herhaald te worden.
Toegevoegd. Kaart van de Rijksstraatweg van
Wassenaar tot aan de Haagsche Schouw.
11 Mei 1940:
Nu kon de situatie beter opgenomen worden. Er waren geen gekwetsten. 4
ordonnansen maren nog steeds niet teruggekeerd en bleven ter beschikking
van C-5-15 Dep-Bat. Het huizencomplex W. van Haagweg, bij onze stelling,
werd nu geheel door de bewoners ontruimd en volledig nu door ons bezet. De
telefoonverbinding in deze huizen werkte niet. Met behulp van de
kapotgeschoten auto's werd de, den vorigen nacht neergezette versperring
verbeterd om het verkeer tot langzaam rijden, c.q tot stilstand te kunnen
brengen door snel den geheelen weg te kunnen versperren. Bij verkenning
van het voorterrein trof ik villa O. van grooten verkeers weg, t.o.
Mariahoeve (zie schets 2 en 3) geheel verlaten aan. Achter in den tuin lagen
eenige parachutes. Met behulp van een door Duitsche parachutist verloren
veldkijker, werden op het vliegveld Valkenburg 44 JU transporttoestellen.
Op de loodsen bij het vliegveld stond echter tot onze verbazing de
Nederlandse driekleur. Naast de H.T.M. baan, bij onze stelling lag een
neergestorte D.21. Met uit de huizen gerequireerde schoppen werd met
ingraven begonnen. Eerst later op den ochtend ontdekte een uitgestuurde
patr. Verder op, de Maaldriftweg in, ( W van gr.verkeersweg) afdeelingen
van II-1R.I., die daar echter al vanaf de eerste dag af bleken gelegen te
hebben. Hierdoor kon, zonder van de opdracht tot afsluiting van den
toegang tot de Haagsche Schouw af te wijken, meer front worden gemaakt
worden naar het vliegveld Valkenburg. Schets opstelling naar C-6-15
Dep.Bat.
Op het vliegveld werd artillerievuur waargenomen. In den middag
van 11 Mei 1940 werden nabij de loodsen op het vliegveld opnieuw Duitsche
parachutisten afgeworpen, welke van alle kanten onder vuur werden genomen.
Enkele parachutes gingen niet open.
Het verkeer op den grooten verkeersweg werd gecontroleerd.
12 Mei 1940.:
Stelling onveranderd. Mondeling bericht van C-6-15 Dep.Bat. dat Duitschers
zich nabij Loosduinen hadden meester gemaakt van Vios autobussen en
mogelijk richting Leiden reden.
Verder zijn nog in het bezit de volgende bescheiden, waarvan hier een
afschrift.
Het verkeer werd gecontroleerd.
13 Mei 1940.
Tegen den middag talrijke afgeworpen parachutes met munitie, vuurwapenen
en levensmiddelen nabij den grooten verkeersweg, tusschen het door
kaderopl bezette huizencomplex en Maaldriftweg in het weiland , en in onze
handen gevallen.
De g.d. van Spanckeren wegens "overspannen zenuwen" naar het
Mil.hosp. moeten laten transporteren. (Verschijnselen: Buiten bewustzijn,
krampen, schuim op de lippen.) Stelling onveranderd. Verkeer
gecontroleerd.
14 Mei 1940.
De nachtelijke aanval van 4 R.I.(van 13 op 14 Mei) vanuit Katwijk op 't
door de Duitschers bezette Valkenburg, en in verband daarmede de opdracht
aan o.a. de S.Kaderopl. om vanuit Valkenburg terugwijkende Duitschers op
te vangen en onschadelijk te maken, werd uitgesteld in verband met het
door de Engelsche luchtmacht uit te voeren bombardement van het vliegveld
Valkenburg. Dit bombardement zou, naar ik meen, om ca.14.00 ‘s middags
plaats vinden. Grondlappen, voor het aangeven van onze voorste linie
werden uitgereikt. De middag verstreek echter zonder Engelsch
luchtbombardement. Een radiotoestel in een der huizen die het vertrek van
H.M de Koningin had aangekondigd, verkondigde nu de capitulatie van de
Vesting Holland. De meening was dat de vijand zich tijdelijk van het
zendstation moest hebben meester gemaakt. Tegen 't invallen der duisternis
kwamen steeds meer vage geruchten en berichten over deze capitulatie en
over het doen innemen en verzamelen der munitie. Aan deze onzekere
toestand kwam tenslotte een eind door het bevel van C-6-15 Dep.Bat. om de
S.kaderopl. te verzamelen en te marcheeren naar café PIantlust, cp. van
C.-6-15 Dep.Bat.,O. van grooten verkeersweg. Daar werd alle munitie
ingenomen en na toespraak van C-6-15 Dep.Bat., onder groote verslagenheid,
weer teruggemarcheerd naar de oude stelling bij het huizen complex W. van
den Haagweg. Den nacht van 14 op 15 Mei zouden we weer slapende en
ongewapend doorbrengen Zoo was ook voor ons deze strijd als een nachtkaars
uitgegaan.
Op 15 Mei 1940, na al de voorwerpen, die uit de huizen gebruikt waren,
verzameld en in een der huizen ondergebracht te hebben, in goede orde
onder bevel van C-6-15 Dep.Bat. naar Leiden teruggemarcheerd, waar de
S.kaderopleiding in de school aan de Paul Krugerstraat werd geconsigneerd.