Wie kent dat "oude vierde" niet, het 4e Regiment.
't Zijn allen jongens van Jan-de-Wit met pit, vol temp'rament!
En plichtgetrouw aan 't Vaderland, eendrachtig met elkaar,
Herdenken we: het Regiment van honderdveertig jaar.
Refrein
Dat is het "vierde", dat "oude vierde",
Met al "z'n jongens", nog vol van temp'rament!
Laat ze máar schuiven, Die "oude druiven",
Die veteranen van 't 4de Regiment!
"Een man, een man, een woord, een woord"!
Blijft immér het parool : Wij scharen ons allen zij aan zij,
om 't vaandel, ons symbool.
Vol eerbied, eensgezind, getrouw, blijven we steeds paraat,
Want allen zijn we 't roerend eens : "dat dienst vóór 't meisje gaat"!
Refrein
O, als de "Morschpoort"" spreken kon, uit dien goeden ouden tijd,
Die duizenden voetstappen tellen zou, zij raakte den tel vast kwijt.
Van hoog tot laag, van jong en oud, 't zij" in-of-uit-de-pas".
Beslist bleek, dat zoo'n voetstap ook van menig meisje was.
Refrein
Het "vierde" juicht het "vierde" viert, zéér fier dit Jubilé,
En Leiden's fiere burgerij viert met "hun vierde" mee,
Want zonder 't 4e" - denk't eens in moet Leiden nu bestaan.
Op deze glorierijke dag zal 't heus wel beter gaan.
Refrein
Nu, nog ná honderdveertigjaar van oorlog en van vrêe,
Zijn wij hier bij elkaar en doen van harte mee.
Nog eenmaal zingen we tezaam, dat wondermooi refrein,
Ter ere van het Regiment, dat steeds van ons zal zijn.
Refrein
Het oude vierde, "mijn oude 4de",
Dat is bij ieder, hier altijd nog bekend.
Waar wij ook wonen,
Wij zullen komen
Op elk festijn van 't 4de Regiment