TERUG

 

 

 

Acties van 10 Dep. C.B.T. in de vroege morgen van 10 mei.

 

10 Dep. C.B.T.

Het 10 Dep.Bat. onder bevel van majoor F. A. J, Alofs, was gelegerd in de Medusastraat nr.8 nabij de Lage Rijndijk te Leiden. 
De 10 Dep. CBT onder bevel van kapitein P. Onrust, was samengesteld uit de 4e en 5e Compagnie van 10 Dep.Bat. en blijkens zijn gevechtsbericht gelegerd in de Lusthoflaan nr. 2.
  
Op 8 mei (verhoogde graad van paraatheid) viel de 10 Dep. CBT niet meer onder het bevel van majoor Alofs maar zoals alle Dep. CBT  eenheden in Leiden vielen deze onder het bevel van de Commandant Westfront van de Vesting Holland (C.-W.Fr.-Vg.H)

Op 9 mei om18.10 uur kreeg Kapitein Onrust (C.-10 Dep. CBT) te Leiden, bevel om met een sectie van 10 Dep. CBT de vliegvelden bij Vogelenzang, de Zilk en de Klei onverwijld te doen versperren en bewaken. Omstreeks  22.00 uur was dit geschiedt. Deze sectie is daar gebleven tot en met 14 mei.

Om 05.15 uur op 10 mei waren twee secties van 10 Dep. CBT op bevel van C.-W.Fr.Vg.H. uitgezonden naar het vliegveld om op te treden tegen de daar gelande parachutisten, route: Katwijk aan de Rijn naar Oostdorp. Bewapening van deze rekruten; een geweer en 10 patronen de man.
Bij aankomst aldaar bleek het vliegveld volledig door de Duitsers bezet te zijn.

Geheel afzonderlijk nam de opzichter der 1e klasse van de Militaire Luchtvaart A. Entrop, werkzaam in de nabij gelegen Luchtvaartloods ten zuiden van Katwijk aan de Rijn, maatregelen tegen de op het vliegveld aanwezige Duitsers. Kennelijk verzamelde de Opzichter een aantal militairen van 10 Dep. CBT en ging met dit detachement of afdeling over tot de aanval op de gelande Duitsers. Hij ontving voor zijn optreden het Bronzen Kruis. [92]

De motivatie voor de uitreiking van het BK was:

  • Heeft zich door moedig optreden tegenover de vijand onderscheiden als opzichter van de Luchtvaart, belast met het inrichten van een magazijn te KATWIJK aan de RIJN, bij de vijandelijke aanval uit de lucht op het vliegveld VALKENBURG in de vroege morgen van 10 Mei 1940.
    Na zich van een karabijn te hebben voorzien heeft hij zich met de drie hem toegevoegde, eveneens met karabijn bewapende soldaten geheel vrijwillig naar een dijk ten Zuiden van zijn magazijn begeven en heeft hij de vijand, die reeds op het vliegveld VALKENBURG was geland, onder vuur genomen.
    Voorts heeft hij het bevel van ongeveer tien militairen op zich genomen en met deze afdeling de vijand verder bestreden. Hoewel hij werd gewond, is hij toch aan de strijd blijven deelnemen totdat een afdeling infanterie hem kwam aflossen.

(Bedoelde magazijn was vermoedelijk de Luchtvaartloods naast brug over de Klein Watering aan de kant van Katwijk aan de Rijn op positie vt.28.75 - 66.45.)

 

In de vroege morgen van 10 mei werden ook soldaten van de 10 Dep CBT door eenheden van 4R.I. verspreid aangetroffen langs de Wassenaarseweg en in de zuidrand van Katwijk aan de Rijn.

Van deze twee secties werd een gedeelte opgenomen in het verband van SC.1-2-III-4R.I., onder luitenant v. Kessel, een ander deel, onder een vaandrig, opereerde min of meer zelfstandig tegen het vliegveld. Een aantal anderen werden samen met de 2s-MC-III-4R.I., waar zij zich bij aansloten, onder leiding van Lt. Haagsma gevangen genomen door de Duitsers.
Duidelijk is dat deze troepen verspreid raakten en terug werden gedrongen door de Duitsers. 
Tijdens de gevechten verloren deze twee secties van 10 Dep CBT acht man aan gesneuvelden en acht man aan gewonden, terwijl ongeveer 25 man in Duitse handen vielen. 

De zoon van Sgt J.van der Weg van de 10 Dep.CBT:

  • Parachutisten hangend aan hun parachute, riepen nicht schiessen. Dat werd dan ook niet gedaan door de Nederlanders. Nadat de Duitsers geland waren kregen zij daar spijt van, omdat de Duitsers direct na de landing begonnen te schieten. Hierna werd uiteraard ook op Duitsers in de lucht geschoten. 

    Ook schijnt hij in, en om het kerkje in Valkenburg gevochten te hebben.

    Diverse mensen van zijn groep hebben daar het leven gelaten. Deze gesneuvelde soldaten zijn tijdens deze dagen bij het kerkje begraven, en later weer elders herbegraven. Het schijnt dat er later nog 1 militair was blijven liggen.

 

Één van deze uitgezonden secties keerde ingevolge een ontvangen bevel op 10 mei te 21.30 uur terug in het legeringsgebouw in de Lusthoflaan 2 te Leiden. Deze sectie was vanaf 11 mei aangewezen voor de bewaking van het Stafkwartier Wf-Vh.

De vierde sectie had op 10 mei van 08.00 tot 22.00 uur, in afwachting van verdere bevelen, een verdekte opstelling ingenomen aan de Kanaalweg en controle uitgeoefend op het burgerverkeer aldaar. Daarna kreeg deze vierde sectie bevel om het viaduct te Oegstgeest te bewaken, front Katwijk. Tijdens deze laatste opdracht is de sergeant W.A. van Ommen door een toevalstreffer gesneuveld.

*

Rooie Harry behoorde ongetwijfeld tot het detachement van 10 Dep. CBT.

  • "Rooie Harry" (die bijnaam sloeg op zijn haarkleur) was het troetelkind van de Victoria-familie. Dat bleek nog eens in maart 1939 bij het kampioensdiner. Toen een van de sprekers hem complimenteerde en ‘de redder van de club’ noemde, werd hij spontaan ‘in triomf om de tafels gedragen’. In de Mobilisatie van 1939-’40 was Harry als sergeant gelegerd in Leiden, en toen in mei ’40 Duitse valschermtroepen op vliegveld Valkenburg waren geland leidde hij een peloton om het vliegveld van de vijandelijke soldaten te zuiveren. Langs de weg, die opnieuw bestraat werd, en waarover zij naar het vliegveld oprukte, stonden stapels straatklinkers, en onder dekking hiervan ging het peloton voorwaarts. En bij dat van stapel naar stapel springen kreeg hij een kogel in het linkerbeen, net boven de knie, waardoor zijn been brak. Tijdens de Bezetting nam Harry (in het dagelijks leven ambtenaar bij Publieke Werken) deel aan het verzet: hij verspreidde illegale blaadjes als ‘Ons Verzet.

( Noot : De weg die opnieuw werd bestraat was de Valkenburgseweg. F.O.)

 

10e Depot Compagnie.

Nadat majoor Alofs de noordelijke, oostelijke en zuidelijke uitgangen van Leiden had afgezet, kreeg hij om ongeveer 10.30 van overste Sieperda, het telefonisch bevel :

  • Ga met de beschikbare mortieren van het Bataljon naar de Haagsche Schouw; tracht via den Valkenburgse weg vooruit te gaan en verbinding op te nemen met mij nabij of in de Steenfabriek aan den oostelijke oever van de Oude Rijn.

Vaandrig Furguson, (S.C.-Mortieren -6-10 Dep Bat.) moest eer hij naar de Haagsche Schouw kon, afgelost worden als officier van de wacht bij de gas- en lichtfabrieken te Leiden door vaandrig L. D. Aeijelts.
Toen majoor Alofs met de sectie mortieren, onder bevel van de vaandrig, bij de Haagsche Schouw aankwam, stonden er op de brug meerdere geraakte auto's en lagen op en in de onmiddellijke omgeving der brug talrijke lijken van gesneuvelde Duitse en Nederlandse soldaten. 
Nadat hij vernam, dat de brug niet of althans zwak onder vuur stond, trok hij deze over en ging via het café "de Haagsche Schouw" naar de hem aangegeven Valkenburgse weg.  Aldaar ontving hij onmiddellijk vuur  en vernam, dat er in een schuur van een boerderij op ongeveer 50 m afstand een aantal Duitse soldaten zou zijn opgesteld, hetgeen door het mitrailleur- en geweervuur ook werd bevestigd.
Na de verovering van de boerderij door sgt Verschoor en soldaat van Straaten gaf hij kapt. van Boecop de opdracht, om gedekt door de kaderklas van Lt. Engelman naar voren te gaan, terwijl majoor Alofs kapt. Roeleveld ter dekking van de Haagsche Schouw en voor luchtafweer, op het oostelijk gedeelte van de Valkenburgse weg deed opstellen. Tijdens deze bewegingen werden zij door een laagvliegende Duitse bommenwerper bestookt. De kapitein van Boecop ging daarna vooruit tot het bruggetje over de korte Watering.
 
In de middag verscheen ook de A.O. Pluister en de Vaandrig de Wolf met de kaderklas zw. mitr. 1940/II van het 6-10e Depot-Bataljon. Zij brachten drie zware (les)mitrailleurs ter versterking mee. Eerst genoemde kreeg opdracht de brug Haagsche Schouw te bewaken en de andere helft van deze klas ging onder Vaandrig de Wolf ter versterking van de bezetting Rhijnhof naar Kapt. Quack van het 22e Depot-Bataljon. 

Dpl. soldaat Cor van Noord (Kaderopl -6-10 Dep Bat.), op 5 februari 1940 opkomen. Met Dries Terlouw was hij gelegerd in een school aan de Leidse Medusastraat nr 8:

  • We hadden al drie nachten aangekleed geslapen. De 10de mei werd ons bataljon ’s morgens vroeg naar de Zijlbrug gebracht. Rond tien uur zijn we naar de omgeving van het restaurant Haagsche Schouw bij Leiden gebracht, tussen Voorschoten en Katwijk. Bij de brug over de Leidsche Rijn stonden militaire wagens. Er lagen daar al gesneuvelde Duitsers. Vanaf het restaurant leidde een weggetje naar vliegveld Valkenburg. Daar tegenover stond een schuur waarin zich Duitse militairen bevonden. Luitenant A. Purper ging erop af en haalde de Duitsers eruit, met hun handen omhoog. Ons bataljon werd in een boerderij iets verderop ondergebracht, naast Valkenburg. De boer was weggevoerd. Er waren daar Duitse vliegtuigen geland en er kwamen steeds maar mannen aan parachutes omlaag. Wij hielden de wacht bij die boerderij en schoten met zware mitrailleurs op die parachutisten. Er was een sloot waaruit we een dode Duitse officier baggerden.