TERUG

Res. 1e lt. J.A. Meylink.

Gasoff. II-4R.I..

BRON : Sectie Militaire Geschiedenis Koninklijke Landmacht.

 

Verklaring afgelegd door Meylink, J.A., geboren 17 Augustus 1909, in 1940 Reserve 1e Luitenant der Infanterie, ingedeeld bij II-4R.I., in de 420e Vergadering der Commissie Militaire Onderscheidingen, d.d. 11 December 1950.

Ik was in 1940 ingedeeld als gas-officier. Op 10 Mei kwamen wij 's morgens vroeg, hoe laat het was weet ik thans niet meer, uit Noordwijk binnen en gingen in de richting van Katwijk Binnen. De 2e Compagnie was voor-compagnie, onder Kapt. Sjouke, daarna volgde de Staf en vervolgens de rest van het Bataljon.

Toen wij in Katwijk kwamen had de 2e Compagnie zich al verspreid, een gedeelte was doorgemarcheerd door de Rijnstraat en een ander gedeelte door een straat die evenwijdig aan de Rijnstraat loopt, aan de duinkant. Deze twee straten splitsten zich in Katwijk aan het begin van het dorp. Het gedeelte dat door de Rijnstraat marcheerde kon op een gegeven ogenblik niet verder, omdat het kruispunt door Duitsers onder vuur werd gehouden. Terwijl deze sectie er niet in slaagde om over de brug te komen, kon de andere sectie het dorp wel bereiken. Toen zijn wij niet de Rijnstraat ingegaan maar de andere straat, totdat wij op een gegeven moment onder vuur kwamen, waarop wij halt hielden. Wij. d.w.z. Luitenant de Beer met de verbindingsafdeling en ik, zijn toen dwars door een stel huizen gegaan. Van de achterste straat naar de Rijnstraat.

Waar Majoor Cramer op dat moment was weet ik niet; toen wij vuur kregen was hij nog wel bij ons, maar hij is niet met ons meegegaan door de huizen. Met een gedeelte van de Verbindingsafdeling zijn wij terechtgekomen in de Rijnstraat en daar zagen wij een deel van de sectie van de 2e Compagnie, deels aan de kant van de weg, deels in huizen. Van hen hoorden wij wat er aan de overkant van de brug aan de hand was. Toen zijn wij binnen door een paar huizen, o.a. een pakhuis met mais, ongeveer 100 à 150 meter van de brug af, om aan de Rijn te komen en te zien wat er aan de overkant van de Rijn aan de hand was. Intussen hadden wij ook ontdekt dat op de maiszolder een groep lag van de 2e Compagnie, onder een sergeant die ik wel heb gesproken doch wiens naam ik niet ken. ( dat was sergeant Staal. F.O.)

Van een brandstoffenhandelaar daar kan ik mij niets herinneren. Op dat moment kwam een Duits Junkervliegtuig over dat begon te schieten op de mensen die in het dorp en in de Rijnstraat stonden. Wij dekten ons achter de huizen. Wie toen op het idee gekomen is de Rijn over te gaan met een bootje weet ik niet. Op een gegeven moment had de Beer, mogelijk met sergeant Wolfers, een bootje te pakken. Op dat moment zat ik op de graanzolder bij de sergeant. Deze had het perceel waar de Duitsers zaten met zijn lichte mitrailleur onder vuur. Uit het dakraam van de zolder heb ik gezien dat een vrj grote boot dwars over de Rijn lag en onder dekking van deze boot heb ik de Beer zien overvaren. Ik heb maar één boot gezien, een tweede boot kan ik mij absoluut niet herinneren. Hij is met een paar mensen naar de overkant gegaan. Aan de overkant heb ik hen zien opstellen en dekken tegen een paar huizen aan.

Ik kende die sergeant van de graanzolder niet en weet ook niet hoe hij hier is gekomen. Hij had een heel behoorlijk schootsveld en had het perceel waar de Duitsers zaten heel goed onder vuur.
Daarna heb ik aan de overkant de Beer met zijn mensen langs de huizen zien gaan totdat zij op een gegeven moment niet verder konden, waarschijnlijk doordat zij vuur kregen van de Duitsers.

Na enige tijd kwam majoor Cramer met een aantal mannen de brug over; dit heb ik gezien. Daarbij gesteund door het vuur van de mitrailleur op de graanzolder. En op hetzelfde ogenblik dat majoor Cramer de brug over was en trachtte het perceel te bereiken en door het raam te schieten, was Luitenant de Beer er ook. Deze is langs de door voorkant langs de huizen, dus aan de Rijn kant, gegaan. Ik heb hem persé langs de voorkant van de huizen zien gaan,  totdat hij niet verder kon, maar daarna weet ik het niet meer.
Toen ik hem weer zag kwam hij weer van de Rijnkant. Of hij tijdelijk achter de huizen is gegaan, weet ik niet. Ik zag hem op het laatste moment alleen, zonder zijn mensen. Of deze toen nog in de buurt waren, weet ik niet. Op het laatste moment is het vuur van de graanzolder opgehouden, om eigen mensen niet te hinderen.

Of sergeant Klaver er bij was weet ik werkelijk niet.
Ik vond de houding van de Beer zeer goed.
Toen dit punt veroverd werd ter hoogte van het punt waar de tram de grote bocht maakt, de zaak verzameld en pas tegen de avond zijn wij naar (naar het vliegveld ná de eerste aanval op het dorp Valkenburg. F.O.) Valkenburg gegaan. Toen zijn we getrokken langs de weg Katwijk- Wassenaar tot aan de rand van het vliegveld. - Er werd op de hoofdweg te veel vuur ontvangen en toen werd om het vliegveld getrokken, door de duinrand. Vanaf de duinweg zijn wij wel op het vliegveld geweest maar niet ver. Daarna is er een order gekomen dat wij terug moesten en een stelling aan de rand van Katwijk moesten inrichten, bij de korenmolen, war wij de nacht hebben doorgebracht.

Ik heb de aanval op Valkenburg meegemaakt maar ben niet zover naar voren geweest als de Beer. Hij is tot bij de kerk geweest. Zij hadden last van eigen artillerievuur, zijn er zelfs een keer voor teruggetrokken. Ik dacht dat dit bij de tweede aanval was. Ik ben maar gekomen tot in de buurt van de steenovens.

's Gravenhage, 11 december 1950.
J.A. Meylink.

Opgenomen: Si